Hoge bergen vormen een natuurlijke grens tussen Georgië in het zuiden, en Rusland in het noorden. Maar dit is de Kaukasus, en landsgrenzen zeggen niet alles. Er leven allerlei volkeren, die zich niet altijd even verbonden voelen met het centrale gezag. Neem de Osseten. Hun gebied kwam in de Sovjettijd deels in Rusland, en deels in Georgië te liggen. Die waren verenigd in de Sovjet-Unie, dus tot grote spanningen leidde dit niet. Tenminste, niet openlijk.
Dat veranderde allemaal vanaf 1990. De Sovjet-Unie viel uiteen, Georgië werd een onafhankelijk land. Maar Georgië viel zelf ook een beetje uiteen. In het westen scheidde Abchazië zich af, in het noorden Zuid-Ossetië. Niet zonder slag of stoot uiteraard; de Abchazische burgeroorlog was bloedig en in een etnische zuivering werden honderdduizenden Georgiërs verdreven. (ZIE LINK Diogenes)
In Zuid-Ossetië ging het aanvankelijk ook hard tegen hard, maar werd al snel een wapenstilstand overeengekomen, met Rusland als bemiddelaar. Daarna bleef het ogenschijnlijk rustig. Intussen kregen veel Zuid-Ossetiërs wel een Russisch paspoort, en de Georgiërs in het zelfde gebied niet. In augustus 2008 barstte de bom. Georgische troepen trokken Zuid-Ossetië binnen, volgens eigen zeggen om een einde te maken aan voortdurende beschietingen. Russische troepen reageerden onmiddellijk en verdreven de Georgiërs niet alleen uit Zuid-Ossetië, maar trokken ook diep Georgië in.
Die Russische soldaten en tanks zijn weer vertrokken, maar een grote groep Georgische vluchtelingen bleef. Jelle bezoekt enkele van hen. Ze hebben weinig hoop op terugkeer. 'In elk geval zolang Poetin er zit.' We zien ook verschillende grenswachters, die allen behoren tot het volk der Chevsoeren. Zij zien de grens wandelen, maar zijn niet van plan zich zomaar door de oprukkende Russen te laten verdrijven.