Hij had een kantoor in Pyongyang, de hoofdstad van Noord-Korea, maar is er sinds 2011 persona non grata. Na 24 bezoeken aan het land vond de Noord-Koreaanse overheid het welletjes voor de Utrechtse postzegelhandelaar Willem van der Bijl. Hij werd opgepakt, vastgezet, twee weken lang vijftien uur per dag verhoord en uiteindelijk het land uitgezet. Daarmee kwam niet alleen een einde aan zijn Noord-Korea-reizen, maar ook aan het jarenlang verzamelen van Noord-Koreaanse kunst.
De fascinatie voor drukwerk bracht Van der Bijl in 1998 voor het eerst naar Noord-Korea. 'Ik werd uitgenodigd door een postzegeldrukkerij in Pyongyang. Die kans heb ik met beide handen aangegrepen.' Het was geen liefde op het eerste gezicht: 'Op de terugweg dacht ik: met dit land ben ik helemaal klaar'. Toch keerde hij terug, 23 keer.
Van der Bijl valt niet alleen voor de postzegels, maar ook voor Noord-Koreaanse propagandaposters en schilderijen. Hij begint kunst in te kopen en weet de schilderijen en posters naar Nederland te exporteren. 'Daar kwam veel douanegedoe bij kijken en de onvermijdelijke steekpenningen'. Op advies van zijn vriend richten ze een branche office op in Pyongyang. 'Het stelde niet veel voor: we kregen een hotelkamer als kantoor en twee secretaresses van de staat die ons tegelijkertijd in de gaten hielden.'