De film is af en de voorbereidingen voor de première zijn in volle gang als ik Shamira Raphaëla een klein uur spreek. Straks moet ze door naar Pakhuis De Zwijger om een podcast op te nemen. Snel van start dus maar.
Hoe kwam je op het idee voor deze documentaire?
‘Vanaf 2012 wilde ik deze film al maken. Ik werkte toen nog in Hilversum in de reality tv. Die zwartepietendiscussie begon, en plotseling ging iedereen zich uitspreken over dit soort onderwerpen, die normaal niet aan de lunchtafel besproken worden. En ik schrok. Ik schrok van mijn collega’s. Die zeiden dingen als: ze moeten met hun poten van onze cultuur afblijven. En: staat de volgende aflevering van Ushi en Dushi er al op?’
Wat was dat ook al weer?
‘Een parodie waarin Wendy van Dijk in blackface zogenaamd een Antilliaanse vrouw nadoet. Maar ze heeft een Surinaams accent. Dus die research, ik weet niet wie ‘m heeft gedaan, ik werkte toen ook al bij de tv, maar niemand die mij benaderd heeft. Daar werkten weinig mensen met een migratieachtergrond. Dus ik voelde me heel erg… alsof ik er alleen voorstond. Ik voelde me door al die dingen steeds minder thuis in ons land. En tegelijk dacht ik: huh, zie ik dit nu alleen? Hier moet ik iets mee.'
Wat is het voor film geworden?
‘Het is een essay over de huidige staat van Nederland. Het is dus geen portret van de man, het gaat echt over de vraag hoe de denkbeelden van iemand die wij heel erg radicaal vinden zijn overgenomen door de huidige samenleving. Hoe het witte superioriteitsdenken is doorgesijpeld in ons bestaan. Dat zou zonder hem ook gebeurd zijn. Hij is niet meer dan mijn vehikel om dit verhaal te vertellen. In dit geval dacht ik: ik zoek de persoon die op internet als het grootste kwaad wordt beschreven. Het lijkt mij altijd goed om een uitvergroting te zoeken en vanuit daar het verhaal in te gaan.’