Met Wilfried de Jong blikt Richard Klinkhamer uitgebreid terug op de geweldadige dood van zijn toenmalige vrouw, Hannie (Hannelore) Godfrinon. Klinkhamer vertelt wat er in de jaren voor '91 aan die dramatische gebeurtenis voorafging en welke zaken een rol speelde. Hij spreekt zelf nadrukkelijk van doodslag en heeft er moeite mee dat hij als 'moordenaar' wordt bestempeld. Nog steeds noemt hij de dood van zijn vrouw Hanni een 'groot verdriet'.
Toen Hannie vijf jaar vermist was, kon Klinkhamer haar officieel dood laten verklaren. Hij had daarmee recht op een weduwnaaruitkering en heeft er achteraf geen moeite mee dat hij die heeft aangevraagd. 'Dat zijn officiele instanties. Die moet je plunderen zoveel je kunt.'
Het lichaam van zijn vrouw werd na tien jaar gevonden in de tuin van hun voormalige woning op het Groningse platteland. Klinkhamer legt uit dat hij die ontdekking voor had kunnen blijven, door haar op te graven en mee te nemen toen hij dat huis verliet. Maar dat kon hij niet. 'Daar is heel veel moed voor nodig en dat kon ik niet opbrengen. Dan maar de bajes in.'