Paradiso speelde aanvankelijk nauwelijks een rol in de housescene, maar begin jaren negentig brachten liveoptredens van houseacts als Underworld hier verandering in. Derde artikel in een serie van zes rond vijftig jaar Paradiso.
door Gert van Veen

Het was een geheim dat we met elkaar deelden. Wat een geweldige kick het was om een nacht lang te dansen op de nieuwe elektronische muziek die was overgewaaid vanuit de underground van Chicago, Detroit en New York: house music.

Vanaf de zomer van 1988 waren we elk weekend met een groep vrienden op pad. Vrijdagnacht naar de RoXY, met Eddy de Clercq – godfather van de Amsterdamse house – achter de draaitafels. Zaterdags dwarrelden we door de stad, naar de Mazzo of naar een illegaal feest in het havengebied.

De buitenwereld snapte er weinig van toen de eerste housegolf over ons land spoelde en stond al snel klaar met een oordeel. House was ‘dansen op de vulkaan’ of ‘de terreur van het niets’ (Fons Dellen in Het Parool). Maar dat zo veel mensen de nieuwe muziek afwezen, maakte het er natuurlijk alleen maar spannender op.

Paradiso speelde in die eerste jaren nauwelijks een rol van betekenis in de opkomende housescene. Dat begon pas te veranderen rond 1990, met de Wild Xmas Party (1990) van Paul Jay en Maz Weston. Ook het jaarlijkse avant-gardefestival Tegentonen besteedde aandacht aan de nieuwe elektronische muziek.

En dan was er in het voorjaar van 1991 Atmosphere Raving, een ‘rondreizend partycircus’ met dj’s en liveoptredens van drie bands. Het was een idee van Fred Berkhout en Eric van Eerdenburg van platenmaatschappij Boudisque, die drie bands van sublabels Torso Dance en Go Bang! aan het publiek wilden presenteren. Reggaetrio Surkus (drie stonede, vermakelijke Jamaicanen), postpunkband en John Peelfavoriet Eton Crop, die dance had omarmd in de beste Madchesterstijl, en de live musicerende houseact Quazar, met ondergetekende zelf in de gelederen.

Dynamo

Mojo organiseerde een tour langs popzalen door het hele land. Voor veel podia was het de eerste keer dat er een houseparty werd gegeven. Het publiek was natuurlijk gewend om te staren naar een band op het podium, maar wij wilden dat de hele zaal zou gaan dansen, zoals op een echte houseparty. Daarom hadden we danseressen op het podium, onder wie Sophia Sintos, die naam had gemaakt in clubs op Ibiza en nu wekelijks in de RoXY danste. Sophia’s rol was die van dynamo, die de energie nog verder moest opvoeren.

Atmosphere was overal in het land een succes geweest, maar de nacht in Paradiso was toch het hoogtepunt van de tournee. Dat gevoel van die eerste keer op dat grote podium zal ik ook nooit vergeten. Optreden in de grote zaal van Paradiso was voor alle muzikanten met wie ik in de jaren tachtig in bandjes had gespeeld (en die later naam zouden maken met Urban Dance Squad en Spinvis) altijd de grote droom. Dan had je het gemaakt. Zo voelde het voor mij ook die nacht. Spelen voor een uitverkochte zaal die helemaal losging. En dat massale geluid van de gigantische pa, die zoveel power had.

Helemaal zoemend van tevredenheid kwamen we rond een uur of zes buiten, waar het feest tot onze verbazing op straat nog in volle gang was. Auteur Geert Mak vereeuwigde dat moment in zijn boek De engel van Amsterdam: ‘Een paar weken later stonden ze opeens allemaal voor Paradiso, om vijf uur ’s nachts. De houseparty daar was afgelopen omdat de zaak dicht moest, maar buiten waren ze gewoon doorgegaan, met enorme boxen, die ze op de stereo-installatie van een auto hadden aangesloten... Minstens zes politiepatrouilles stonden er met verbijstering naar te kijken.’

Pre-laptoptijdperk

Na in de daaropvolgende periode nog twee keer met Quazar in Paradiso te hebben gespeeld, dropte ik bij programmeur Jan Willem Sligting het voorstel om er vaker feesten te organiseren. Dat werd Welcome to the Future (onder het motto: ‘dit is de toekomst en iedereen is welkom’), waarvan de eerste editie in hetzelfde jaar werd gehouden als de eerste edities van Lowlands en Mysteryland: 1993.

We hadden met Quazar inmiddels een eigen team opgebouwd van dj’s, licht- en geluidsmensen en danseressen. Alles wat we nodig hadden voor een feest. En we zouden voor onze feesten bevriende artiesten uitnodigen die net als Quazar live speelden. Op de eerste editie waren dat Speedy J en Orlando Voorn, en tijdens de tweede editie, in april 1994, was dit Underworld.

De Britse groep was nog nauwelijks bekend bij het grote publiek, want de hit ‘Born Slippy’ zou pas twee jaar later verschijnen. Ik was inmiddels bevriend geraakt met zanger Karl Hyde. Quazar en Underworld hadden ook veel met elkaar gemeen. Beide bands waren opgezet door muzikanten die in de postpunktijd al in bands hadden gespeeld en erachter waren gekomen dat ze beter tot hun recht kwamen op een podium als dat van Paradiso dan in de krappe dj-booth in een club, waar nauwelijks ruimte was voor de apparatuur.  Livehouseacts waren in dit pre-laptoptijdperk genoodzaakt om zo ongeveer hun hele studio mee te nemen op het podium.

Doorbraak

Het werd een legendarische nacht, die eerste keer Paradiso, want groep en publiek begrepen elkaar helemaal. Toen Underworld Paradiso in 2014 opnieuw aandeed voor het twintigjarige jubileum van het album Dubnobasswithmyheadman bedankte Karl Hyde Paradiso voor de toenmalige support. Dat eerste optreden op Welcome to the Future was de doorbraak van de groep in Nederland geweest, zei hij. Daarom had Paradiso altijd een bijzondere plaats in zijn hart gehouden.

Die legendarische nacht met Underworld was ook het moment geweest dat Paradiso zijn eigen draai begon te vinden als house-podium, een rol die het met latere feestconcepten als vip Club, Voltt en het Oud Hollandsch Acid Feest ruimschoots verder zou uitbouwen.

Meer verhalen over Paradiso? Abonneer je op de podcast 'Paradiso 50' en ontvang elke vrijdag een nieuwe aflevering.
iTunes
Stitcher