Dit is je maandelijkse portie breinvoer, dit keer van podcastdocumaker Maartje Duin. Eerder maakte ze onder meer De plantage van onze voorouders, waarin ze sporen van het slavernijverleden onderzoekt in haar familiegeschiedenis. In haar nieuwe docupodcast Mina & Mevrouw kijkt ze verder naar klasse, vrouw zijn en (on)afhankelijkheid in de twintigste eeuw.

honger naar meer?

'Na de Tweede Wereldoorlog werden Nederlanders door het NIOD (destijds het RIOD) gevraagd hun dagboeken in te sturen.

Documenten van onder meer Joodse mensen, Engelandvaarders, onderduikers en verzetsmensen werden ingezameld.

De dagboeken die werden afgewezen, waren veelal van vrouwen.

Zo gaat dat niet alleen bij instituties, maar ook bij families.

Er wordt gekozen wie er in het familiealbum komt en wie niet, of welke loten er doodlopen op de stamboom.

Welk verhaal wordt wél en welk verhaal wordt niet verteld?

In mijn familie bestaat een nogal sterk verhaal.

Het is de mythe van Mina, die bijna vijftig jaar lang de dienstbode van mijn overgrootmoeder was.

‘Grootmama’, zoals we haar noemen, Marietje gravin van Lynden-Calkoen, werd geboren met een adellijke titel en leefde op kasteel Ter Hooge bij Middelburg. Ze organiseerde theepartijtjes en stuurde haar personeel aan.

Mina was 26 jaar jonger, kwam uit een arbeidersgezin en bleef haar hele leven ongetrouwd om voor Grootmama te zorgen.

Volgens het verhaal dat in onze familie leeft, deed Mina dat vooral omdat die twee zo dol op elkaar waren. Maar is dat het enige wat er te vertellen valt?'

geïnternaliseerd seksisme

'Grootmama liet een bijzondere erfenis na aan ons nakomelingen: de dagboeken die zij bijhield van haar dertiende tot haar bijna honderdste. Goud, zou je zeggen, voor iemand die van verhalen vertellen haar vak heeft gemaakt, maar ik liep er met een grote boog omheen. Het verhaal van de elite, dat is toch bekend? Moest ik die theekransjes van haar nou echt serieus gaan nemen? 

Ja, daar liep ik dus tegen mijn eigen geïnternaliseerde seksisme aan. Want van experts leerde ik: zo’n compleet beeld van het leven van een vrouw in de twintigste eeuw wordt maar zelden bewaard. 

En de partijtjes die zij organiseerde waren niet zomaar theekransjes, maar een manier om haar stand te behouden. Dat was begin 20e eeuw een volwaardige maatschappelijke taak. 

Met die dagboeken kreeg ik inzicht in het vrouwbeeld – maar ook het standsbesef – dat mijn overgrootmoeder had, denkbeelden uit die tijd van wat je als meisje mocht en kon zijn. 

Die beperkten niet alleen mijn overgrootmoeder, maar ook arbeidersdochter Mina in haar ambities. Haar broers werkten zich op tot ondernemers. Zij mocht geen opleiding volgen en verbond uiteindelijk haar lot aan haar ‘Mevrouw’, iets wat gek genoeg ook als een vorm van sociale mobiliteit gold.'

door generaties heen

'Die vrouwbeelden werken door in volgende generaties. Ze zorgden bijvoorbeeld dat mijn moeder op haar tweeëntwintigste bang was dat ze nooit meer aan ‘de man’ zou komen: een huwelijk was begin jaren ‘70  in haar milieu nog steeds de grootste garantie voor bestaanszekerheid. Toen ik vijfendertig was, werd ook ikzelf gek van de vraag waarom ik ‘nog’ geen vriend had. 

En het reikt verder. Bijvoorbeeld in het ontbreken van het vrouwelijk perspectief in de medische wetenschap, waardoor vrouwenklachten vaak minder of niet serieus worden genomen. Mina was in de jaren ‘50 en ‘60 vaak ziek en somber.

Deels kwamen die klachten door het zware huishoudelijk werk: sjouwen met emmers water, kolen, het strijken van gesteven gordijnen… Maar mijn overgrootmoeder zag dat verband niet. 

En de arts, waar ze haar dienstbode naartoe stuurde, deed het af als ‘zenuwen’. Mina moest zich vooral ‘niet druk maken’ en dagelijks een glas rode wijn drinken. 

Een stamboom is eigenlijk ook een familieverhaal. Maar dan wel van de familieleden die trouwden en zich voortplantten. Daarin ontbreekt het queer perspectief.

Mijn tante Heleen, die met een vrouw samenleeft, kijkt op een heel andere manier naar de dagboeken van Grootmama dan mijn heteroseksuele ooms en tantes. Ze herkent relaties die de heterofamilieleden niet eens zien of die verzwegen werden.'

taboe op klasse

'In Nederland praten we zelden over klasse, omdat we dat ongemakkelijk vinden. 

Als ik over mijn onderzoek praat met mensen, dan voel ik dat ook. Hoe kan ik in hemelsnaam dit archaïsche instituut waar Mina en mijn overgrootmoeder deel van waren, uitleggen? Een instituut dat vandaag de dag totaal irrelevant is, maar toch nog steeds invoelbaar is in onze families? 

Want zelfs nadat mijn overgrootmoeder was overleden en haar eigen huis had betrokken, bleef Mina mijn familie voorrang geven. Als wij haar in de jaren ‘80 bezochten in Middelburg en haar eigen familie belde aan, dan wees ze hen de deur. Ik schrik er nog van als ik eraan denk.

Ik denk dat we ons er vaak niet van bewust zijn hoe klasseverhoudingen en andere denkbeelden van vroeger zich uiten in onze onderlinge relaties, in liefdes, vriendschappen en andere dynamieken die gelijkwaardig horen te zijn.'

ongemak te lijf

'Er wordt mij, naar aanleiding van de programma’s die ik maak, wel eens gevraagd of ik mij schaam voor mijn afkomst. Voor het feit dat ik afstam van adel, de ‘onderdrukkende klasse’ zogezegd. 

Maar schaamte is niet het goede woord, want als je je echt schaamt, dan houd je je mond.

Ik noem het liever ongemak. Dat is een begrip waar je iets mee kunt, waar ik iets
mee moet. Waarom voel ik dat ongemak als ik lees dat Mina onze familie voorrang gaf boven de hare? Wat zijn de blinde vlekken in mijn denken waar ik tegenaan loop?

Als je die lijn volgt kom je bij maatschappelijke normen, bij de dingen die we wel met elkaar bespreken en de dingen die we niet met elkaar bespreken. Bij de verhalen die missen.'

Mina & Mevrouw (Prospektor / VPRO OVT)  is nu te beluisteren in je podcastapp.

is dit ook wat voor jou?