Dat zit zo: in 1980 was ik 9 jaar oud en doodsbang voor De Bom. Die angst heb ik de hele jaren tachtig gehouden. Bij mij en veel van mijn generatiegenoten leefde het besef dat het ieder moment afgelopen zou kunnen zijn. Een gek in het Kremlin of een malloot in het Witte Huis hoefde maar op een knop te drukken (als kind verbeelde ik mij een grote rooie op het bureau van de wereldleiders) en de kernoorlog die al het leven op aarde zou vernietigen was een feit.
De toen immens populaire band Doe Maar had een enorme hit die ook ‘De Bom’ heette. Een lied dat in al zijn cynisme het toenmalige levensgevoel heel goed wist te vatten, met teksten als ’Jij moet nog huiswerk maken voordat de bom valt. Een diploma halen voordat de bom valt. Laat maar vallen dan, het komt er toch wel van’. Wat had het allemaal voor zin als nucleair geweld alles zou wegvagen?
In de eerste aflevering van Een programma over de jaren tachtig blikken we terug op de bom. Ik spreek een straaljagerpiloot die getraind werd om kernbommen op Oost-Duitsland te gooien. De piloot worstelde ermee, want het leek hem geen pretje honderdduizenden doden op zijn geweten hebben. Daarom hoopte hij dat de kernoorlog nooit zou uitbreken en hij zijn taak dus niet hoefde uit te oefenen.
Ook ontmoet ik een oud-soldaat die op een militaire basis in Drenthe kernkoppen moest bewaken die daar lagen opgeslagen. Als de Russen zouden komen, dan moesten de soldaten groot alarm slaan. Maar de Russen kwamen nooit en de militairen raakten verveeld. Als je elke dag wacht op een vijand die nooit komt, dan gaat de spanning er op een gegeven moment af.
Dit is kenmerkend voor de Koude Oorlog. Twee machtsblokken ( simpel gezegd: de Russen en de Amerikanen) die allebei genoeg kernwapens hadden om de wereld een paar honderd keer te vernietigen, hielden elkaar in evenwicht. De ene partij rekende erop dat de ander de bom nooit zou gooien omdat hij dan meteen op minstens zo zware vergelding kon rekenen. De hele bedoeling van deze massavernietigingswapens was dat ze nooit gebruikt zouden worden. Voor argeloze burgers en kinderen zoals ik, was het allemaal heel beangstigend, maar achteraf bezien was de situatie overzichtelijk. De oorlog was koud en werd niet warm.
Hoe moesten we als programmakers die angst van toen aan jongere kijkers van nu uitleggen? Dat was een vraag, maar is het helaas niet meer. Poetin voert een verschrikkelijke oorlog in Oekraïne en heeft ook de Koude Oorlog weer helemaal teruggebracht door zijn kernwapens op scherp te zetten. Die allesvernietigende bommen waarvan we al decennia een beetje vergeten waren dat de Russen ze nog hadden.
Nu moeten we ons opeens afvragen of de Russische leider gek genoeg is om ze te gebruiken. Een vraag die mij ook als kind van negen al uit mijn slaap hield.