Dit artikel is geschreven met IDAHOBIT als aanleiding. Wil jij weten wat deze dag inhoudt? Je leest het onderaan deze pagina!
In de media is er te weinig lhbtqia+ representatie. Vier kenners geven je in dit artikel wel geslaagde voorbeelden. ‘Scènes waarin liefde tussen lhbtqia+’ers eindelijk goed wordt neergezet zijn er zo weinig, dat mensen het vies vinden als ze het wel zien.’
Marleen Hendrickx (zij/haar)
Marleen Hendrickx is theatermaker en performer. Ze zet zich in het dagelijks leven in voor de zichtbaarheid van intersekse personen. In haar theatersolo X Y I vertelt ze hoe het is om op te groeien zonder dat je weet wie je werkelijk bent.
‘Ik probeer te zorgen voor representatie van intersekse mensen door er onder andere theater over te maken. Ik wil mensen laten zien dat er een alternatief is voor geheimhouding. Je kan ook praten over hoe het is om intersekse te zijn en dan zul je zien wat voor mooi mens je dan nog steeds bent. Ik doe het ook voor mensen die er juist niks van af weten. We zijn collectief vergeten dat er überhaupt intersekse mensen bestaan. Door er open over te zijn laat je weten dat we er zijn en altijd al zijn geweest.’
Wat is een voorbeeld uit de media waarvan je vindt dat er goed wordt omgegaan met de representatie van lhbtqia+’ers?
‘Ik moet meteen denken aan de serie Geslacht! van Raven van Dorst. Hen spreekt in het begin van deze serie openlijk op straat uit dat hen hermafrodiet (intersekse) is. Dat was voor mij een moment van "Wauw dat kan dus gewoon." Toen ik zag hoe Raven hierover vertelde gaf dat mij een gevoel van “Dat kan ik ook."’
Waarom is representatie volgens jou zo belangrijk?
‘We zijn als mensen bang om raar gevonden te worden of anders te zijn. Zeker als je opgroeit, is het goed om een voorbeeld te hebben, waardoor je weet dat je niet de enige bent. Daarnaast zien andere mensen dat voorbeeld ook, dus wordt het voor mij makkelijker om mij uit te spreken en begrijpen mensen mij beter.’
‘Toen ik jonger was, had ik geen voorbeeld waarin ik mijzelf kon herkennen. Als die er wel was geweest had ik mij denk ik veel minder geschaamd en niet het gevoel gehad dat ik alleen was. Ik dacht dat er niemand was zoals ik. Ik was uiteindelijk achtentwintig toen ik met dit alles naar buiten ging en al die tijd heb ik mij ook alleen gevoeld. Dat zou echt niet zo lang moeten duren.’
Yora Rienstra (zij/haar)
Yora Rienstra is cabaretier, acteur en presentator. Ze maakte onder andere de documentaire Ik deed aangifte tegen de minister van Onderwijs, waarin ze onderzoekt hoe het is om lhbtqia+’er te zijn op een (orthodox) religieuze school.
Wat is een voorbeeld uit de media waarvan je vindt dat er goed wordt omgegaan met representatie van lhbtqia+’ers?
‘Ik ben fan van de serie ANNE+, omdat je de lhbtqia+ community daarin op een positieve manier ziet. Het is in de serie normaal dat iemand gay is. Er hoeft niet altijd een probleem te zijn of een punt van iemands seksualiteit te worden gemaakt. Het is belangrijk dat er ook scènes zijn waarin de hoofdpersonen lhbtqia+’ers zijn die gewoon relaties en seks hebben. Dat dat er ook gewoon zo uitziet als bij andere mensen.’
Had het jou geholpen als die representatie er wel was geweest toen jij zelf jonger was?
‘Absoluut! Ik had alleen al kunnen genieten van een gevoel van herkenning. Ooit zag ik toen ik jong was voor het eerst twee vrouwen zoenen. Ik werd hier helemaal warm van, maar na die drie seconden kon ik het nooit meer terugkijken. Het fijne van ANNE+ was dat iedereen het kon kijken op Youtube. Die voorbeelden heb je gewoon nodig. Ze bestaan nog steeds te weinig in Nederland.’
Wat gaat er mis in de media als het gaat om representatie?
‘In scènes die gaan over relaties en seks zie je over het algemeen alleen maar jonge heterokoppels. Als er dan scènes zijn met lhbtqia+’ers worden de vooroordelen die er over hen zijn vaak bevestigd. Hierdoor denken mensen dat er bij lesbische vrouwen bijna altijd een dildo tevoorschijn komt en dat gay mannen alleen anale seks hebben. Scènes waarin liefde tussen lhbtqia+’ers eindelijk goed wordt neergezet zijn er zo weinig, dat mensen het vies vinden als ze het wel zien. Dat vind ik echt belachelijk.’
Pete Wu (hij/hem)
Pete Wu is journalist en schrijver. In de documentaireserie Pete en de bananen onderzocht hij hoe het is om te daten als iemand die Aziatisch is van buiten en Nederlands van binnen. Pete gaat hierin ook voor het eerst op date met een Chinees-Nederlandse jongen.
Wat is een voorbeeld uit de media waarvan je vindt dat er goed wordt omgegaan met representatie van lhbtqia+’ers?
‘Ik moest gelijk aan de eindscène denken van God’s Own Country. In deze film wordt een boerenzoon verliefd op een Roemeense werker. Als een film gaat over een niet-heteroseksueel koppel loopt dat vaak slecht af, of is er een enorme struggle. Toen ik God’s Own Country keek, dacht ik: “Er gaat vast nog iemand dood.” Ik vond het heel fijn om te zien dat het hier eindelijk een keer goed afliep.’
Waarom is het zo belangrijk dat het goed afliep?
‘Ten eerste kan iedereen die niet hetero is zien dat zo’n relatie ook positief kan aflopen. Dat geeft hoop. Daarnaast zorgt het er voor dat stereotypen worden afgebroken, die kunnen leven bij mensen die wel hetero zijn. Het zorgt ervoor dat mensen niet denken “Awh, het zal wel moeilijk zijn,” als je zegt dat je op hetzelfde geslacht valt.
‘Ik denk dat het bij veel lhbtqia+’ers kan leiden tot meer zelfvertrouwen als er positieve representatie bestaat. Op Netflix is Heartstopper nu erg populair [een serie waarin twee jongens erachter komen dat hun vriendschap meer is dan dat; red.]. Mensen van mijn generatie hebben die representatie vroeger niet gehad. Toen ik uit de kast kwam dacht mijn moeder dat ik een soort André van Duin was, omdat hij de enige representatie op televisie was voor mijn moeder.’
Chris Rijksen (hij/hem)
Chris Rijksen is filmmaker. Hij is onderdeel van het collectief Transketeers, drie trans mannen die media en educatief materiaal maken rond genderdiversiteit en inclusie. Hun projecten reiken van een onafhankelijke documentaire-serie de Trans*tapes, over zes transgender personen in Nederland, tot portretten over LHBT jongeren die geworsteld hebben met depressie en suïcidale gedachten.
Wat is een belangrijk voorbeeld uit de media over lhbtqia+'ers, waarvan je vindt dat mensen het echt moeten zien?
‘Ik moest meteen denken aan de documentaire Paris Is Burning, die gaat over de ballroomscene in New York City. Het is een film over de schoonheid van de feesten en de mensen, in een omgeving vol armoede, drugs, aids en geweld. De documentaire laat zien hoe het er in 1990 aan toe ging. Mensen zeggen tegenwoordig wel eens “Kom op, het is 2022,” omdat ze vinden dat de verandering te langzaam gaat, maar de plek waar we vandaan komen is echt wel heftig. Je kan het je misschien niet voorstellen, maar er was toen niet echt een leven voor queer personen. Mijn oom is bijvoorbeeld een gay man van in de zestig. Het grootste gedeelte van mijn jeugd dacht ik dat hij elk jaar zijn beste vriend meenam naar het kerstdiner. Dat is niet omdat mijn familie iets tegen homo’s heeft, maar omdat er gewoon niet over werd gepraat.’
We dragen de geschiedenis met ons mee, waarin merk je dat terug?
‘Ik merk bijvoorbeeld nu pas dat er verhalen van queer koppels met een vrolijk einde bekend worden. Ik zie nu pas gelukkige lhbtqia+ koppels die samen oud worden. Dit komt deels doordat je het tegenwoordig kunt zien op het internet. Ik zie ook eindelijk queer vrienden die kinderen krijgen. Vroeger was het een gegeven dat je geen kinderen kon krijgen als je lhbtqia+’er bent, nu is dit gelukkig anders.’
Vind je dat de dag van belang is en waarom?
‘IDAHOBIT is tegen fobie en dat is superbelangrijk, want fobie is dodelijk. Tegelijkertijd is deze dag een soort negatieve framing waar ik zelf niet al te lang op kan drijven. Ik haal er geen energie uit. Het maakt mij vooral heel verdrietig en boos. Ik heb veel meer behoefte aan lol, feesten, eren, verbeelden en muziek. Laten zien dat het verdrietig is geweest, maar het wel omzetten in schoonheid. Dat is voor mij heel belangrijk.’
wat houdt IDAHOBIT in?
IDAHOBIT (International Day Against HOmophobia, Biphobia, Intersexism and Transphobia) is er om aandacht te vragen voor de sociale onwenselijkheid van onder andere haat en discriminatie op grond van iemands seksuele oriëntatie, genderidentiteit, expressie en of geslachtskenmerken. Ook is deze dag ‘een wereldwijde viering van seksuele en genderdiversiteit’.
De dag is voortgekomen uit de nationale dag tegen homofobie die de Canadese organisatie Fondation Émergence in 2003 organiseerde. Sinds 2005 vindt deze ook plaats in andere landen en gedurende de jaren is hij steeds inclusiever geworden. Inmiddels wordt er aandacht gevraagd voor een zo groot mogelijk deel van de lhbtqia+ community.
IDAHOBIT vindt plaats op 17 mei, omdat in 1990 op deze dag de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) homoseksualiteit officieel schrapte van de internationaal gehanteerde lijst van ziekten, de International Classification of Diseases. Homoseksualiteit stond tot dan toe op die lijst als psychische aandoening.
waarom is er een Internationale Dag tegen Homo-, Lesbo-, Bi-, Trans- en Interseksefobie (IDAHOBIT)?
Helaas krijgen veel lhbtqia+ personen nog dagelijks te maken met bijvoorbeeld haat om hun seksualiteit. Het draait op deze dag niet om het feit dat je als man bijvoorbeeld op mannen valt, maar om de haat die daarbij vaak komt kijken en de gevolgen die dat kan hebben.
- 60 procent van de lesbiennes, homo’s en bi’s in Nederland gaat niet hand in hand over straat om negatieve reacties te voorkomen.
- Transgender personen in Nederland worden zeven keer zo vaak mishandeld of daarmee bedreigd. (TNN, 2020)
- Bijna een derde van de politieregistraties op grond van discriminatie in 2019 had te maken met de seksuele oriëntatie van het slachtoffer.
- Van de transgender personen die ‘uit de kast’ zijn en naar school gaan (op het primair of voortgezet onderwijs), geeft bijna de helft (43 procent) aan slachtoffer te zijn van verbaal geweld, en één op de vijf slachtoffer van grof lichamelijk geweld. (Scholte et al., 2016)
- 18 procent van de jongeren geeft aan geen vriendschap met een homo te willen. 13 procent accepteert geen vriendschap met een lesbisch meisje. (Scholte, et al., 2016)