'De onvoorstelbare beelden staan op ons aller netvlies gegrift: Afghanen die in blinde paniek hun land proberen te verlaten nadat de Taliban de macht hebben gegrepen, desnoods door zich als krankzinnigen aan de vleugels van een vertrekkend vliegtuig vast te klampen. Niet iedereen denkt bij die beelden: laat ik eens gaan kijken hoe het daar nu is. Journalist Thomas Erdbrink en regisseur Roel van Broekhoven deden dat wel.
Het leverde een intense en adembenemende serie op vanuit een gesloten land waar de mensen van de een op andere dag hun toekomstplannen zagen verdampen. Vooral meisjes en vrouwen, maar ook Afghaanse mannen lijden onder de wanhopige situatie. De gesprekken die Erdbrink met hen voert – in het Farsi – vertellen hoe walgelijk oneerlijk de macht van de terreur is. En hoe traumatiserend het leven in een oorlogsgebied.
Maar ook toont Onze man bij de Taliban hoe dapper mensen kunnen zijn die niets meer hebben te verliezen behalve hun waardigheid en hun leven. Helaas biedt het zien van de vierdelige serie uiteindelijk weinig hoop voor een snelle verbetering van het leven in deze hel op aarde. De makers hoopten hoofdpersonen te vinden die je als kijker door de serie heen beter zou gaan leren kennen. Een moeilijke taak in het onvoorspelbare Afghanistan: keer op keer bleken al gefilmde hoofdpersonen opeens gevlucht te zijn. Per saldo kleurt juist dat het sombere verhaal precies in.
De jury koos de serie als een van de genomineerden voor de Zilveren Nipkowschijf 2023 niet alleen wegens het emotionerende eindresultaat, maar ook wegens de complexiteit van de productie en het lef van de makers en medewerkers, zowel aan Nederlandse als aan Afghaanse zijde. Ook de kwaliteit van het camera- en geluidswerk van Jackó van ’t Hof en Dennis Kersten verdient alle eer.'