Onafhankelijkheid documentaire Kaag nooit in gevaar geweest

De ombudsman voor de publieke omroepen oordeelt dat de onafhankelijkheid van de VPRO-documentaire ‘Sigrid Kaag: Van Beiroet tot Binnenhof’ niet in gevaar is geweest. Meer helderheid geven over de context van het maakproces is voor de VPRO een belangrijk leerpunt. Lees hieronder onze reactie.

De ombudsman voor de publieke omroepen heeft haar bevindingen naar aanleiding van het onderzoek naar de totstandkoming van de documentaire Sigrid Kaag: Van Beiroet tot Binnenhof gepubliceerd. 

De ombudsman heeft in haar rapport minutieus alle kritiekpunten getoetst aan de Journalistieke Code van de NPO. Op basis daarvan concludeert zij dat beïnvloeding die de journalistieke grondregels schendt niet is gebleken. De makers hebben hun zeggenschap niet weggegeven en hebben de documentaire gemaakt die hen vanaf het eerste plan voor ogen stond, aldus het rapport.   

Een belangrijke vaststelling en een waar we blij mee zijn. We hebben vanaf het begin gesteld dat deze documentaire een onafhankelijke film is en dat de keuzes, ook in de allerlaatste fase van de montage na de zogeheten ‘viewing’, steeds die van de maker zelf zijn geweest. Dat de ombudsman dit nu zelf ook vaststelt verheugt ons en ook de makers van de VPRO, die autonomie en onafhankelijkheid hoog in het vaandel hebben staan. We hebben het rapport zojuist grondig gelezen, en natuurlijk gaan we met de aanbevelingen en lessen aan de slag.  

bevindingen

De contacten die er tijdens het maken van de documentaire waren, en de aanpassingen die in de eindversie van de documentaire zijn aangebracht, zijn correct verlopen volgens de breed aanvaarde Journalistieke Code. 

Ook concludeert de ombudsman dat de minister de insteek van de documentaire niet mede heeft bepaald. Er ligt een duidelijk (film)plan aan de documentaire ten grondslag. Het filmplan is tijdens het maken niet gewijzigd. De opnames zijn gestopt op de dag van de verkiezing van Kaag tot lijsttrekker. Makers en Filmfonds wilden expliciet geen verkiezingsfilm. Er is geen sprake van een campagnefilm. 

De ombudsman stelt vast dat er veel, hoofdzakelijk productioneel, contact is geweest tijdens het draaien en in de eindfase, gebruikelijk bij een ingewikkeld proces als dit. Beïnvloeding die de journalistieke grondregels schendt is daarbij niet gebleken. De suggesties voor aanpassingen van het ministerie en de partij die zijn verwerkt, ‘hebben het beoogde eindproduct niet fundamenteel van karakter of inhoud doen veranderen’ volgens de ombudsman. 

Het rapport onderschrijft het standpunt dat de VPRO steeds naar voren heeft gebracht dat de documentaire onafhankelijk tot stand is gekomen en dat de makers autonoom hebben kunnen werken. Van beïnvloeding is geen sprake geweest zoals dat ook steeds aan Minister Slob is meegedeeld. Dat is belangrijk omdat de minister onterecht heeft gezegd dat de VPRO hem onvolledig zou hebben geïnformeerd en de suggestie heeft gewekt dat D66 de documentaire zou hebben beïnvloed.

advies

De ombudsman geeft wel aan dat het makersteam te lang het idee heeft laten bestaan dat aan shots of inhoud nog gesleuteld kon worden, waardoor het beeld kon ontstaan dat minister Kaag, ministerie en partij de ruimte hebben gekregen. Dat ontstane beeld is volgens de ombudsman geen “feitelijke vaststelling van een foutieve taakopvatting”. Met andere woorden: hier is geen fout gemaakt maar de schade van zelfs maar de schijn is er. Daarom is grotere transparantie over journalistieke afspraken nodig en verdient de Journalistieke Code aanscherping om duidelijker te maken wat wel en niet kan qua afspraken met bronnen.  

onafhankelijkheid

We zijn tevreden met het oordeel van de ombudsman dat de film onafhankelijk tot stand is gekomen. De harde kritiek van vorige week trekken we ons aan en we nemen deze serieus. We vinden het van groot belang dat we films kunnen blijven maken over mensen in het hart van de macht. Dat is een belangrijke taak van de journalistiek. We gaan aan de slag met de aanbevelingen van de ombudsman en werken die verder uit in ons eigen onderzoek. 

De VPRO ziet de aanbevelingen ook in het licht van trends die het onafhankelijk werken aan documentaires onder druk zetten. Meer in het bijzonder de groeiende polarisatie in de samenleving, de medialisering waarbij steeds meer partijen zelf via met media de beeldvorming beïnvloeden, de mogelijke openbaarmaking van alle correspondentie met overheden en bestuursorganen en de gevolgen daarvan voor het maken van afspraken, de noodzaak om publieke verantwoording af te leggen over mediaproducties, de groeiende druk op de integriteit van makers en journalisten. 

Algemeen directeur Lennart van der Meulen en hoofdredacteur Stan van Engelen