Karen de Bok is er niet meer. Dat was het immens trieste bericht dat wij op donderdag 19 januari van haar man Emile Fallaux te horen kregen. Hij vertelde dat Karen een uitweg heeft gekozen uit een depressie die haar zwaar raakte. Dat bericht kwam aan als een mokerslag.

Binnen de VPRO heerst grote verslagenheid na dit tragische en onverwachte nieuws. Karen de Bok droeg de VPRO in haar hart en met haar verliest de omroep een geliefde collega en een bijzondere vrouw.

Toen Karen in 2008 hoofdredacteur televisie werd werkte ze al 24 jaar voor de VPRO als programmamaker en eindredacteur. Zij begon haar loopbaan bij de NOS en RTV Rijnmond, waarna zij in 1984 verslaggever werd voor het legendarische VPRO-radioprogramma Het Gebouw. Later breidde zij haar werkzaamheden uit naar live gesprekken en marathoninterviews. Daarnaast voerde ze de eindredactie over radioprogramma’s als Michelangelo en VPRO aan de Amstel.

In 1997 verlegde zij haar activiteiten naar televisie, waar zij als programmamaker onder meer tekende voor het filmprogramma Stardust, VPRO Thema-avonden en verscheidene documentaires voor Tegenlicht. Karen was eindredacteur van Zomergasten met Adriaan van Dis en Wintergasten. In 2007 was zij projectleider van de themaweek over democratie Wij zijn de baas.

Onder Karens hoofdredacteurschap (tot 2011 samen met Frank Wiering en sindsdien samen met Stan van Engelen) reikte VPRO-televisie tot grote hoogte. In de jaren 2008-2016 won de VPRO tot vier keer toe de Zilveren Nipkowschijf voor het beste tv-programma. Onder haar leiding werden onder meer de succesvolle reisseries zoals Van Dis in Afrika, Van Moskou tot Magadan of Langs de oevers van de Yangtze ontwikkeld, waarmee de VPRO de laatste jaren school maakte.

Karen had een neus voor talent en een bijzonder scherpe blik voor kwaliteit. Of iets goed was of niet, daarover twijfelde zij nooit lang. Zij koppelde een volstrekte no-nonsensementaliteit en een gezonde allergie voor managementtaal aan een natuurlijke autoriteit; bijzondere eigenschappen die alleen overtroffen werden door haar lieve, attente en warme persoonlijkheid.

herinneringen aan Karen

'Hard als het moest, zacht als het kon'

Die kenmerkende, harde lach om de kleur van mijn oude Mercedes. De lak hield het midden tussen oranje en ijzermenie. Karen stapte in en liet zich door mij van Hilversum naar Amsterdam rijden. Op weg naar een VPRO-borrel. We namen de sluiproute langs de Vinkeveense Plassen. Ik geloof dat ze daar in de buurt een huisje had om uit te blazen.

Raampjes opengedraaid, het toerental hoog. Onze stemmen kwamen maar net boven het lawaai uit. Praten over programma’s, omroeppolitiek, gemeenschappelijke vrienden, kleding en haar vrije vrijdag.

Karen paste heel goed in een oude Mercedes. Vroeger ook al. Ik leerde haar kennen bij Radio Rijnmond; ze kreeg verkering met verslaggever Jack Kerklaan, volbloed uitslover met een afgeragde Mercedes van het corps diplomatique van de Chinese ambassade. Het stoere meisje van de radio haalde het nieuws uit de regio, eenvoudig bewapend met een Sennheiser-microfoon. Havenstakingen, Molukkersrellen in Capelle-Schollevaar, junks op Perron Nul. Annie-op-één-been tippelde nog op de G.J. de Jonghweg.
Karen verruilde Rotterdam voor Amsterdam, haar nieuwe standplaats werd Hilversum. Via een hinkstapsprong kwam ze uit in dat glazen werkkamertje bij de VPRO. Van regioverslaggever van de straat tot hoofdredacteur Televisie op driehoog in een mediapark.

In haar werkkamer zat ik tijdens besprekingen altijd met mijn rug naar het raam. Karen nam meestal de stoel links van me, aan de kop van de tafel. Ik twijfelen, zij knopen doorhakken.
Hoe ze was? Eerlijk. Nuchter. Journalistiek. Geruststellend. Hard als het moest, zacht als het kon.

Mijn meniekleurige Mercedes heb ik vorig jaar moeten verkopen. In mijn stad mogen geen stinkende wagens meer komen. Ik had Karen willen horen lachen tijdens een ritje in mijn moderne misbaksel. Wekelijks rijd ik op de Blaak langs een hoog gebouw. Er hangt een dichtregel van Lucebert aan de gevelrand: Alles van waarde is weerloos.

Wilfried de Jong                                                                                          

'Als wij reizen, reist Karen met ons mee'

Bij het maken van onze reisseries is er tijdens het hele proces iemand die met je meereist. In je hoofd, in je hart, bij het vinden van bijzondere mensen en het filmen van bijzondere mensen en het filmen van mooie scènes en verhalen. Iemand van wie je het liefste wil dat zij het goed vindt. Diegene is er niet meer. Als wij reizen, reist Karen met ons mee. Dat was vorig jaar het geval, toen wij langs de oever van de Yangtze trokken. Dat zal het komend jaar weer zo zijn. Het is onverteerbaar dat we nooit meer van haar zullen horen dat ze het mooi vond. 

Ruben Terlou en Maaik Krijgsman

'Karen de Bok was een aardverschuiving bij de VPRO, veel meer nog dan het internet'

Heren waren het. Intimiderende, intellectuele heren. Sommige in pak, andere gehuld in te grote wollen truien. De meesten hadden de haartjes nog in het gezicht, vergeten te scheren, veel te druk met andere, echt belangrijke dingen. Elitair waren ze ook, en een beetje betweterig. Meestal hadden ze prachtige wilde plannen. Met hun schouders naar achteren en de borst vooruit vertelden ze, bij het koffieapparaat, over hun avonturen. Ik keek tegen ze op en wilde best graag een van hen zijn, maar ik was nog een meisje bij de VPRO, en in die dagen hadden de meisjes nu eenmaal net iets minder in te brengen dan de heren. Totdat op een dag meisje de Bok plotseling onze hoofdredacteur werd.
Karen de Bok was een aardverschuiving bij de VPRO, veel meer nog dan het internet.

Karen was een schoonheid, iedereen wilde wel even met haar praten.

Ze was altijd even elegant, in prachtige kleding met geföhnde haren, slanke polsen met een zilverwit ovalen horloge. En ik denk dat velen van ons niet echt wisten wat ze in haar mars had. Want samen met Frank Wiering en later Stan van Engelen trok ze de VPRO uit zijn elitaire moeras en kregen de meisjes het ondertussen steeds meer voor het zeggen. Hier werd nooit over gesproken, het was geen onderwerp, en toch is het zo gegaan.

Karen werd van het meisje met de mooie benen de koningin van de VPRO. Ze brak geruisloos het glazen plafond waarvan wij vonden dat het niet bestond.
Jarenlang hebben we samen door dezelfde gangen gelopen, gepraat en gelachen en voor hetzelfde gevochten: mooie tv, goede verhalen en documentaires. En als wij twijfelden, sprak Karen ons moed in. Zo ging ik naar Afrika om de broer van Obama te filmen en anderen weer naar de Noordpool om de smeltende ijskappen te bestuderen. Werden er programma’s gemaakt die soms waanzinnig goed waren en soms misschien iets minder, maar dat maakte voor Karen niet uit. Als ze achter je stond, bleef ze achter je staan, omdat ze wist dat achter ieder verteld verhaal de kwetsbaarheid schuilt van een maker. Want wie de moed heeft om te vertellen, kan ook vallen. En in die val ving ze iedereen op, alle tv-soldaten die een veldslag hadden verloren. Met dat liefdevolle vertrouwen in ons heeft Karen de VPRO voorgoed een nieuw en prachtig gezicht gegeven.

Wanneer heb ik haar voor het laatst gezien? Bij de wc’s denk ik. Ze droeg iets wits. Ze stond voor de spiegel en stiftte haar lippen, we keken elkaar aan in de spiegel. We zeiden niet veel maar glimlachten. Het was koud. Ik zou naar Rusland en Karen liet mij gaan, ze zei: 'Pas goed op jezelf Britta!' Karen nam al onze angsten weg maar vergat die van haarzelf. ​
                                                                  
Britta Hosman                                                                                                                             

'Wat er ook gebeurde onderweg, er was altijd nog Karen waar je op terug kon vallen'

Diep verdrietig door het verlies van mijn bijzondere, wijze, warme, lieve en onvergetelijke VPRO-hoofdredacteur Karen de Bok.

Als maker van meerdere reisseries en eindredacteur van Tegenlicht heb ik de afgelopen jaren veel samengewerkt met Karen. Na een roerige periode in de geschiedenis van de VPRO was zij voor mij een baken van stabiliteit.

Haar integriteit en het vertrouwen dat ze mij altijd heeft gegeven, stimuleerden mij enorm. Onder haar hoofdredactie ontwikkelde ik samen met Stefanie de Brouwer reisseries in Turkije en Afrika met presentator Bram Vermeulen. Ze begeleidde ons daarbij met een feilloos gevoel voor kwaliteit en een scherpe blik, maar vooral met liefdevol vertrouwen. Wat er ook gebeurde onderweg, er was altijd nog Karen waar je op terug kon vallen. Bij haar kon je terecht met problemen die altijd discreet behandeld en direct opgelost werden. Daarbij was ze streng maar rechtvaardig en altijd voor rede vatbaar.

Ook toen ik weer eindredacteur van Tegenlicht was, combineerde zij een gezonde dosis nuchterheid en professionaliteit met bevlogenheid en empathie. Karen wist welke steun makers nodig hebben om in een veilige omgeving hun programma's te maken. Ze beschermde onze hang naar kwaliteit en behoedde ons voor de race om de kijkcijfers. In die harde wereld was zij een warme persoonlijkheid maar ook iemand die met volharding en overredingskracht voor elkaar wist te krijgen dat Tegenlicht al die jaren primetime kon blijven uitzenden.

Karen was gewoon een mooie, slimme, wijze en vooral lieve vrouw, die we vertrouwden en waar we van hielden. Ze ondersteunde iedereen behalve zichzelf. Daarom zijn we zo diep geraakt.

Doke Romeijn                                                                                              

'Bij Karen was ik veilig'

Het KLM-vliegtuig dat me van Kaapstad naar mijn afspraak met Karen in Amsterdam moest brengen, vloog al boven de Democratische Republiek Congo toen de piloot zijn passagiers uit hun slaap moest wekken. Een technisch probleem. De linker motor lekte olie. We zouden Amsterdam nooit halen. Het vliegtuig moest rechtsomkeert. De passagiers naast me waren klaar wakker van paniek, maar om een andere reden dan ik. Ik dacht: Karen.

Ik zag haar al zitten, vergeefs wachtend in café De Jaren aan de Amstel, onze vaste plek. Karen was altijd mijn eerste stop in Nederland. Zelfs als er niet direct een reden voor was. Karen wilde weten hoe het ging, hoe het echt ging. Als ik vertwijfeld vroeg hoe ik anders kon, hoe ik beter kon, schudde Karen beslist haar hoofd: 'Je hoeft alleen maar jezelf te zijn, dat is alles wat ik wil.'

Karen was trouw. Toen ik met een dag vertraging in Amsterdam aankwam, zat ze gewoon op onze vaste plek in De Jaren. Ze kwam altijd, naar ieder debat, naar iedere lezing. Samen trokken we ten strijde bij de netmanager voor een nieuwe serie. Ik herinner me nog de vastbesloten tred van Karens hakken op het NPO-beton en haar steevaste verzuchting: 'Bram, wat ben je toch groot.’ In de lift bekokstoofden we hoe we de baas over de streep zouden trekken. Hij hapte. Tegen Karen was niemand bestand.

Karen was wars van poespas. Eens zaten we op een VPRO-publieksdag aan de koffie, terwijl de ene na de andere coryfee om haar aandacht vroeg. Karen keek streng op: 'Nu niet, ik ben bezig.' Een afspraak met Karen voelde alsof je even de belangrijkste persoon op aarde was. Bij Karen was ik veilig.

Karen gaf. Nemen vond ze lastiger. Als ik vroeg hoe het ging, die kwakkelende gezondheid, de recente dood van haar vader, dan gaf ze maar zuinig antwoord. 'Het gaat.' De laatste maanden werd dat: 'Niet zo goed.’ Het voelde ongepast om door te vragen, hoe vertrouwd Karen ook was, ze bleef mijn baas.

De laatste keer, het publieksdebat over De Trek begin november. Karen zit vooraan, als altijd. Na afloop is het dringen, maar plots staat ze voor me. Ze legt haar hand op mijn arm. Het was goed zo, knikt ze. Dan is ze weer verdwenen. 
         
Bram Vermeulen                                                                                                       

'Ze had de zeldzame kwaliteit haar rust over te brengen op de ander'

Pas na twintig minuten dwalen in het VPRO-gebouw vond ik de kamer van de hoofdredactie Televisie (negen jaar later verdwaal ik nog steeds in dat doolhof). Wat verward schoof ik bij Karen aan tafel. Het was helemaal niet mijn idee geweest om televisie te maken. Ik had een boek geschreven over Rusland en producent Paul Beek had mij gebeld in Moskou. Hij zag er wel televisie in. Eerlijk gezegd verwachtte ik er niets van, maar een paar maanden later belde hij weer, de VPRO had misschien interesse.

En daar zat ik dan met Paul, tegenover Karen. Ik verwachtte een screentest, of een kruisverhoor. Niks van dat alles. Het enige wat ik mij herinner van het gesprek: de koffie was vies (die is negen jaar later een stuk beter), en Karen was rustig en vriendelijk. Ze had de zeldzame kwaliteit haar rust over te brengen op de ander. Een kwaliteit die ontzettend veel van haar energie moet hebben gekost, overigens. Mijn zenuwen verdwenen. Aan het eind van het gesprek zei ze simpelweg: ‘Leuk, gaan we doen.’

In de jaren die volgden was Karen het rustpunt in mijn turbulente leven. Als wij een uitzending keken zorgde zij er met een opmerking, een wisseling van scènes voor dat alles op zijn plek viel. Zij gaf mij zelfvertrouwen als ik dat ontbeerde, en las mij de les als ik buiten mijn schoenen liep. Maar ook buiten mijn televisiewerk was ze er voor me. Het is fijn om iemand te hebben die je goed kent, maar die buiten je vertrouwde vriendenkring staat. Iemand voor advies, om gewoon je hart te luchten. Karen was die persoon. Ik hoop dat ze nu ook de rust heeft gevonden die zij anderen gaf.

Jelle Brandt Corstius                                                                                

'Ze had stijl, ze had smaak en ze wist waar ze het over had'

Het was een dag of wat nadat een veelbesproken documentaire van Ingeborg Beugel over de overgang was uitgezonden. Hoewel we allebei ervaringsdeskundigen waren op dit terrein, hadden we geen van beiden zin gehad ernaar te kijken. Het was zo al vervelend genoeg. Karen vertelde hoe die film in een vergaderzaal vol omroepbobo’s ter sprake was gekomen en hoe alle hoofden haar kant waren opgedraaid. Karen was namelijk, als zo vaak, de enige vrouw in het gezelschap. Kon zij de heren misschien eens uitleggen of zij daar nou ook last van had, van die overgang?

De enige vrouw. Ze was eraan gewend, maar leuk vond ze het niet.
Toen ik haar in 2013 vertelde dat ik voor de jury van de VPRO Bob den Uyl Prijs uitsluitend vrouwen wilde vragen, bood ze zichzelf onmiddellijk aan als jurylid. Vergaderen met een gezelschap waar niemand raar opkijkt als je tussen de risotto en de zeebaars door even je lippen stift, die kans liet ze niet lopen.

Dat ze als jurylid in een paar maanden tijd meer dan twintig boeken moest lezen, vond ze geen enkel bezwaar. Collega’s vroegen zich wel eens af waar ze met haar drukke baan de tijd vandaan haalde om zoveel te lezen. Dat is waarin echte lezers elkaar herkennen: die maken gewoon tijd. Omdat lezen geen tijdverdrijf is, maar een levensbehoefte. Karen was een echte lezer en daarom ook de ideale hoofdredacteur voor VPRO Boeken. Ze had stijl, ze had smaak en ze wist waar ze het over had. Een combinatie van eigenschappen die in Hilversum zeldzaam is. Daarbuiten trouwens ook.
Karen sloop ons VPRO-huis uit en trok de deur achter haar bestaan zachtjes dicht, om Rutger Kopland te parafraseren. Maar, zoals Kopland datzelfde gedicht besluit: Weggaan kun je beschrijven als een soort van blijven.Niemand wacht want je bent er nog./ Niemand neemt afscheid want je gaat niet weg.

Katja de Bruin                                                                            

We nodigen u uit om hieronder uw herinneringen aan Karen de Bok met ons te delen.

Praten over zelfdoding kan bij de hulp- en preventielijn 0900 0113 (www.113Online.nl)