Hans van Beers is overleden. Ik zie hem nog arriveren op de ledenraad van de vpro te Rotterdam, 1990. Zijn tred bij binnenkomst van de zaal is behoedzaam. Bijna bescheiden. Zijn blik staat op vriendelijk. En heeft iets van: wat kan me gebeuren? Even later is zijn benoeming tot algemeen directeur van de vpro op de ledenraad in de havenstad een hamerstuk c.q. een historische gebeurtenis.
Immers, een algemeen directeur is jarenlang heel erg vloeken in de vpro-kerk. Het idee. De vpro-radio is een bedrijf. De vpro-televisie is een bedrijf. En de VPRO Gids is een noodzakelijk kwaad. Hans van Beers doet of speelt of hij van niets weet.
Eenmaal geland te Hilversum houdt hij kantoor in een nogal gehorige zijkamer van de televisievilla, waar zijn collega’s van de zogenaamde ‘echte’ omroepen hun schouders over ophalen.
Er worden plotseling onder zijn leiding ook heidagen belegd in het bos of aan de zee. Zijn keus valt altijd op locaties die ver van een ster verwijderd zijn. Hans van Beers vindt dat het geld toch wel op kan.
Langzaam maar zeker wordt onder de lenige leiding van Hans van Beers de vpro zowaar een bedrijf. Is een paar maanden zelfs de grootste omroep van het land. Hij zorgt voor een spraakmakende behuizing. Hij geeft zijn fiat om een vierkante gids uit te brengen, die de oplage met honderd procent laat stijgen. En samen verkopen we op een zonnige middag alle oude vpro-villa’s aan mijn buurman.
Na de verkoop hoor ik Hans van Beers nog opmerken: ‘Vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan...’
Een paar maanden geleden zie ik Hans van Beers na jaren opnieuw. En weer te Rotterdam. Het is of de tijd stil heeft gestaan. Dat moeten we vaker doen, vinden we. Dat kan dus niet meer. Ik mis hem nu al.