Else Nugteren doet dagelijks verslag van het Vlaamse Film Festival.

dag 4: vff-publiek kiest voor humor

Het publiek van het Vlaamse Film Festival (VFF) heeft gesproken. Na iedere première film en de blokjes kort hebben de bezoekers hun stem uitgebracht. Op de laatste avond van het festival wordt bekend gemaakt welke korte en lange speelfilm de publieksprijs verdient.

Gouden beeldje
De bioscoopzaal bouwt zelf de spanning op door op de grond te stampen voordat twee festivalgangers de verlossende woorden brengen. And the winner is: Kevin Meul met zijn korte film Het bijzondere leven van Rocky De Vlaeminck. Er wordt hem een gouden beeldje in de vorm van het VFF-logo, een camera op wieltjes, overhandigd. In Het bijzondere leven van Rocky de Vlaeminck zie je hoe Rocky keer op keer mensen verliest die ‘hij graag ziet.’ Het lot spaart hem niet. Zijn vader, opa en hondje, iedereen moet het ontgelden. De treurigheid wordt in mooi gedetailleerde en vaak humoristische beelden weergegeven.

Dan wordt er opnieuw getrappeld. En de publieksprijs voor de beste langspeelfilm gaat naar: Nicolaas Rahoens met De maagd van Gent. Een no-budget film waarin hij voornamelijk werkte met amateur acteurs. In de film zijn de Gentenaren boos, hun geliefde volkstuintjes moeten plaats maken voor een Franse winkelketen. Het is een film met hoge feelgood-factor en veel humor. Rahoens neemt de het gouden beeldje en een bosbloemen enthousiast in ontvangst: ‘Die bloemen zijn voor m’n vrouw. Want het is natuurlijk moederkesdag.’

Duiveltje-weet-al
Tussen de series die op het festival vertoond worden, is geen competitie gehouden. Wel is regisseur Jan Matthys zondagmiddag te gast om te vertellen over zijn televisieserie Quiz me Quick. Een succesvolle sitcom over een groep mannen die elkaar bij toeval tegenkomen in een kroeg waar een pubquiz wordt gehouden. Ze vormen een team, boeken succes en besluiten om samen voor de quiz der quizen te gaan: de Superprestige. Maar dat gaat niet vanzelf, want alle vijf de heren lopen tegen problemen aan. Neem Armand (gespeeld door Jos Verbits), hij noemt zichzelf een duiveltje-weet-al, maar door zijn drankprobleem is hij zijn baan als leraar geschiedenis kwijt geraakt en werkt hij nu als conciërge op dezelfde school.

Quiz me Quick speelt zich af in Tienen.‘Het Liverpool van Vlaanderen. Een slapend provinciestadje, die net als de personages in de serie, nog wakker moet worden’, zegt Jan Matthys. Deze sitcom heeft de regisseur samen met scenarist Bart de Pauw gemaakt, een beroemde Vlaamse televisiemaker. ‘Hij heeft het scenario geschreven met mij als regisseur in gedachten’, zegt Matthys trots, ‘Hij heeft me ook weer gevraagd voor een volgend project.’ Toch vond hij het wel spannend om De Pauw de eindversie van de serie te tonen. ‘Tijdens het kijken heeft Bart (Bart de Pauw red.) helemaal niks gezegd. Toen ik hem later opbelde om te vragen wat hij ervan vond, zei hij:’Het is zo hard, dat ik de beelden zoals ik ze in mijn hoofd heb, nu moet gaan vervangen met die van jou.’ Maar daarna was het wel weer goed.’

En een VFF-dag is niet compleet zonder een liveact in Das Kabinett. De frontman van de Flying Horseman, Bert Dockx, speelt solo vanmiddag, maar weet met z’n virtuoze gitaarspel een intense show neer te zetten. De muziek werkt bijna hypnotiserend en als hij dan ook nog een nummer van z’n Vlaamstalige soloproject Strand laat horen, weet ik het zeker, ik ben mijn hart veloren aan al die Vlaamse filmmakers en andere kunstenaars die ik afgelopen weekend voorbij heb zien komen. En volgens mij ben ik niet de enige.

Dag 3: De maagd van Gent

Van progressieve priester tot filmdinosaurus

Een jaar geleden begonnen de audities voor de De maagd van Gent pas, en nu draait de film al ruim een maand in de Genste bioscopen. Vanavond is de Nederlandse première op het Vlaamse Film Festival. Regisseur Nicolaas Rahoens maakte deze ‘feelgoodmovie’ met amateur acteurs en zonder budget. Rahoes noemt de film in de Q&A na afloop van de vertoning: ‘een project, die ik ben gestart omdat ik de 35 amateurtheatergezelschappen die Gent kent wilde samenbrengen.’ Maar Rahoes bracht met dit ‘project’ niet alleen theatergezelschappen samen, maar een hele stad. Zelfs de burgemeester van Gent, Daniël Termont speelt een kleine rol als rechter in de film.

Geliefde tuintjes
De maagd van Gent is een tragikomedie over de Volkstuintjes in de stad. Het voorbestaan van de geliefde tuintjes komt in het geding omdat een Franse winkelketen aast op hun grond. Deze commerciële jongens zijn tot alles in staat, maar het volk vecht terug. Er wordt geschoten, de burgemeester wordt gechanteerd en er ontstaan natuurlijk affaires. De progressieve priester en projectleider van de volkstuintjes wordt verliefd op een moslima en de zoon van de burgemeester zit achter de dochter van de hoofdcommissaris aan.

De progressieve priester wordt gespeeld door Michiel Dendooven. Hij vertelt tijdens de Q&A over zijn acteercarrière, die een jaar geleden tijdens de audities van De maagd van Gent begon. Hij had nog nooit geacteerd voordat hij auditie deed. Daarom moest hij ook wel even wennen aan het idee dat hij nu een filmster is in Gent. ‘En dan opeens moet u met uwe kop op een affiche’, zegt Dendooven lachend. Maar nu heeft hij de smaak van het acteren wel te pakken en hoopt op meer rollen in de toekomst.

Zero-budget
Regisseur Nicolaas Rahoes is erg te spreken over het acteertalent van Dendooven, maar werken met amateurs was voor hem niet altijd makkelijk: ‘er waren scènes bij die we oneindig vaak over hebben moeten doen.’ En omdat hij een zero-budget had om de film te maken, kon hij de acteurs niks betalen, dus zij waren natuurlijk ook niet continu beschikbaar. Rahoes begon het project met 7000 euro, terwijl bijvoorbeeld de De Behandeling die gisteren op het festival draaide een kleine 3 miljoen heeft gekost. Later heeft Rahoes nog wel een beetje extra geld kunnen regelen dankzij sponsors, maar het blijf een no-budgetfilm. ‘Ik was blij dat ik zelf heel veel kon doen’, aldus Rahoes.

Na een bezoek aan de volkstuintjes van Gent kunnen de bezoekers van het festival op safari door de Vlaamse film met Pierre Drouot, de directeur van het Vlaams Audiovisueel Fonds. Hij heeft vroeger vele films geproduceerd en geregisseerd. Bijvoorbeeld de film uit 1967 Cash? Cash!, waar naar eigen zeggen geen verhaallijn in zat, maar wel goed bezocht werd. Een low-budget film die hij vlak na zijn afstuderen maakte met studievrienden. ‘Als ik even terugreken, kom ik uit op een kleine 7000 euro’, vertelt Drouot. Als hij dat bedrag noemt, hoor je wat geroeremoes in de hoek waar de makers van De maagd van Gent zitten.

Cult pulp
Aan de hand van vragen van Karin Wolfs, journalist bij Cinema.nl vertelt Drouot over de filmgeschiedenis van Vlaanderen. Al wijst hij haar er op dat hij geen filmhistoricus is: ‘Ik ben een dinosaurus, maar ik ben pas in 1943 geboren. Dus mijn filmkennis begint pas ergens in de jaren zestig.’ Ze praten over Vlaamse klassiekers. Dé Vlaamse filmster van deze en vorige eeuw: Jan Declair. Nieuwe sterren als Veerle Baetens. En de Ed Wood van Vlaanderen: Rob van Eyck. Hij maakte onder andere de The Afterman Trilogy. Wolfs noemt de films die Van Eyck maakt ‘Cult pulp.’ Drouot zegt lachend: ‘In het bedevaartsoort waar hij woont, zou voor hem gebeden moeten worden dat hij stopt met films maken.’

Ook op zaterdag wordt de avond weer afgesloten door een Vlaamse band. Age of Giants speelt vanavond Das Kabinett vol met goed gespeelde covers. Ze spelen de guilty pleasures van het publiek. George Michael, Depeche Mode en zelf een stukje R. Kelly komt voorbij.
 

Dag 2: De Behandeling

Duistere thriller en romantische indiefolk
Terwijl er een onweerswolk boven Utrecht los barst, kijken de bezoekers van het Vlaamse Film Festival op dag twee naar de Nederlandse première van De Behandeling. ‘Wat je te zien krijgt, is niet mals’, waarschuwt filmjournalist Gerhard Bush voordat de film start. In de gitzwarte thriller van Hans Herbots stort een rechercheur zich op een zaak over kindermisbruik en kindermoord. Ondertussen worstelt de politieman, Nick Cafmeyer zelf nog altijd met een onopgeloste zaak uit het verleden. Zijn broertje is als kind ontvoerd en niet meer terug gevonden. De dader is nooit gestraft terwijl Nick ervan overtuigd is dat zijn buurman er iets mee te maken heeft.

Delicate klus
De film is gebaseerd op de Britse thriller The Treatment van schrijfster Mo Hayder, maar doordat de film zich afspeelt in België en je geconfronteerd wordt met weerzinwekkend kindermisbruik. Word je ook gelijk herinnert aan Marc Dutroux. Door deze associatie krijgt de film een andere lading. Maar het was niet de bedoeling van regisseur Hans Herbots om een discussie over het kindermisbruikverleden van België te starten. En dat is volgens hem ook niet gebeurt. ‘We zijn ondertussen vijftien jaar verder’, zegt Herbots in de Q&A na afloop van de film, ‘

Wel was het maken van bepaalde scènes een ‘delicate klus’ volgens Herbots. Zo kijkt de rechercheur op een gegeven moment naar video’s met kinderporno. Ook deze scènes hebben ze natuurlijk zelf geschoten. ‘Dit hebben we zo voorzichtig mogelijk aangepakt en de opnames samen met de ouders van kinderen gemaakt. Zodat het niets raars was’, legt Herbots uit. Pas in de context van film worden de beelden naar.

Lieve liedjes
De Behandeling draait nu al vijftien weken in de Vlaamse bioscopen en is daarmee de succesvolste Vlaamse film van dit jaar. En hoe zit het met de Nederlandse bioscopen? Daar is nog geen sprake van volgens Herbots. ‘Een film moet eerst internationaal doorbreken, voordat er interesse is van Nederlandse distributeurs.’ Als de producent, Peter Bouckaert later in het gesprek aanhaakt, vertelt hij dat eigenlijk hetzelfde geldt voor Wallonië: ‘Een Vlaamse film, wordt pas door een Waal bekeken als hij ook in Frankrijk wordt vertoond.’

Als de bezoekers van De Behandeling een beetje zijn bijgekomen, worden ze in het kabinet opgevrolijkt door de romantische indiefolk van You Raskal You. De drie grappige jongens uit Antwerpen spelen de het knusse kabinet vol en zorgen met hun lieve liedjes dat de mensen die zojuist een duistere film hebben gezien over kindermisbruik toch weer kunnen slapen vannacht.

 

dag 1: Speciaalbier drinken op de toekomst van de Vlaamse film

Speciaalbier drinken op de toekomst van de Vlaamse film
De gasten kunnen vanavond over een geleloper paraderen voordat ze de openingsfilm van het Vlaamse Film Festival (VFF) gaan bekijken. Al wordt er niet echt geparadeerd. Bijna geen dame heeft zich gewaagd aan torenhoge stiletto’s en ik heb nog geen heer kunnen betrappen op een volledige smoking. Wel zijn er een heleboel filmliefhebbers afgekomen op eerste avond van het festival en de Nederlandse première van Violet. Hopelijk verliezen zij vanavond hun hart aan de Vlaamse film.

Liefhebbers
Normaliter worden films uit Vlaanderen niet goed bezocht door Nederlandse bioscoopbezoekers. Daarom is het tijd voor een festival. Zowel de directeur van de VPRO, Lennart van der Meulen als de directeur van het Louis Hartlooper Complex (LHC), Jos Stelling stippen in hun speech aan dat ze de impopulariteit van de Vlaamse films betreuren. Beide zijn ze groot liefhebber van de films en series van onze zuiderburen. Daarom was het idee voor het festival ook snel geboren toen de heren vorig jaar samen op het terras van LHC zaten.

Voor Lennart van der Meulen begon het allemaal met de televisieserie Het goddelijk monster, dat gebaseerd is op een boek van Tom Lanoye en geregisseerd werd door Hans Herbots. Delen van deze serie zijn aankomende zaterdag te zien op het VFF. Van der Meulen was vanaf het eerste moment fan, maar merkte dat de serie in Nederland geen voeten aan de grond kreeg. Zelfs de critici negeerden de dramareeks. ‘Heb ik het dan verkeerd gezien, of heeft de rest van Nederland iets gemist?’, vroeg Van der Meulen zich af. Hij hoopt dat het VFF als een offensief tegen de onwetendheid van Nederlanders op het gebied van Vlaamse films en series.

Kroketten
Volgens Jos Stelling verschillen Vlaamse en Nederlandse films zo elkaar omdat we een andere achtergrond hebben. De Katholieken uit Vlaanderen denken beeldend terwijl de Nederlandse calvinisten vooral met tekst en uitleg bezig zijn. Stelling vindt dat wij nog veel van onze zuiderburen kunnen leren als het om filmsmaken gaat. Daarom hoopt hij ook dat de gasten vanavond hun ‘hart opstellen’ voor de Vlaamse cinema.

De meningen zijn verdeeld over de arty openingsfilm Violet. Er klinken verschillende geluiden als de bezoekers naafloop van de film een glaasje Belgisch speciaalbier drinken van brouwerij Wilderen. ‘Ik vond het wel enorm traag hoor’, roept een jongen die bijna zijn vingers brandt aan een garnalenkroket die op grote schalen door het café gaan. Terwijl een jongen even verderop, die ook loopt te klooien met gloeiend hete kroket in zijn handen, heeft genoten van de prachtige beelden.

BMX-crossers
Violet is het debuut van de Vlaamse regisseur Bas Devos. De film gaat over BMX-crosser Jesse die worstelt met zijn verdriet na de tragische dood van zijn vriend Jonas. Een stille film. Er is maar een scène waarin muziek te horen is en dat is wanneer Jesse een metalconcert bezoekt. Wel veel langgerekte shots, die stuk voor stuk mooi zijn om naar te kijken. Een scène in het bos bijvoorbeeld waarin de BMX-crosssers aan het springen zijn. Je ziet niks van crossbaan, enkel de vliegende jongens op hun fietsjes tussen de bomen. Of het beeld van Jesse die ’s nachts over straat fietst met BMX van Jonas in zijn hand. Een still uit deze scène is gebruikt voor de festivalposter.

Of de bezoekers hun hart nou verloren hebben aan Violet, of niet, het festival lijkt bij iedereen wel in de smaak te vallen. Er worden veel pintjes en speciaalbieren gedronken, gediscussieerd over films en geluisterd naar de prachtige muziek van Marble Sounds. Een Vlaamse band die mooie sobere luisterliedjes speelt. Ze zijn erg populair is Vlaanderen en in Nederland krijgen ze ook steeds meer fans. Want Belgische bands doen het over het algemeen wél goed bij ons. Als de sfeer het hele weekend blijft zoals het vanavond was, dan komt het met de Vlaamse film ook wel goed.

Zaterdag draait Violet om 17.00 opnieuw bij het VFF met aansluitend een Q&A met regisseur Bas Devos.
 

‘Vlaamse makers experimenteren en verwachten meer van hun publiek’

Een interview met VFF-programmeur Roos Stelling.

Films die je niet mag missen of al gezien had moeten hebben, worden donderdag tot en met zondag tijdens het Vlaamse Film Festival in het Louis Hartlooper Complex vertoond. Het is voor de programmeur van het festival, Roos Stelling, een raadsel waarom wij Nederlanders niet massaal naar de films van onze zuiderburen kijken.

Waarom een Vlaams filmfestival?
'Op een of andere manier worden films uit Vlaanderen slecht bezocht in Nederland. Daarom verdient de Vlaamse film wat extra aandacht en hebben we dit festival georganiseerd. Er worden door onze zuiderburen namelijk prachtige films gemaakt die internationaal enorm veel prijzen winnen. Neem The Broken Circle Breakdown  van Felix van Groeningen, deze film had zelfs een Oscarnominatie. Toch trok de film hier in Nederland weinig bezoekers naar de bioscoop.'

Hoe kan dat?
'Voor mij is het een groot raadsel. Het is ook de bedoeling om dit raadsel tijdens het festival uitgebreid te bespreken. We organiseren allerlei debatten om met bezoekers en makers te discussiëren over dit onderwerp. Het is toch vreemd? De meeste Nederlanders zijn binnen twee uur in België, we spreken dezelfde taal en toch gaan we niet naar een Vlaamse film als deze in de bioscoop draait.'

Zijn er grote verschillen tussen films van Nederlanders en Vlamingen?
'Ja, in de Nederlandse film worden dingen over het algemeen veel beter uitgelegd. De kijker begrijpt daardoor sneller waar een film over gaat. Maar het is ook jammer, want je wordt als kijker veel minder uitgedaagd. Vlaamse filmmakers experimenteren en verwachten meer van hun publiek. Op de filmschool van Gent, waar ik gestudeerd heb, zeiden mijn docenten: ieder verhaal is al eens verteld, dus het gaat er niet om wat je vertelt, maar hoe je het vertelt. Nederlanders lijken het verhaal zelf veel interessanter te vinden, terwijl de Belgen veel meer bezig zijn met de manier waarop ze iets vertellen.'

Vlaamse films winnen allerlei internationale prijzen, dus aan de kwaliteit van de films kan het niet liggen?
'Nee, aan de kwaliteit ligt het zeker niet. Daarom vinden we het ook zo belangrijk om het Vlaamse Film Festival te organiseren en vertonen we naast premières en andere actuele films ook een inhaalprogramma. Dit programma biedt bezoekers de kans om klassiekers, die niemand had mogen missen, nog een keer op het witte doek te bekijken zoals The Broken Circle Breakdown en Rundskop. Maar de rest van het programma is ook bijzonder. De openingsfilm Violet van debutant Bas Devos, gaat deze week pas in België in première, maar was dit voorjaar op het Berlijnse filmfestival Berlinale al de grote winnaar in de categorie Generation 14plus.'

Wat is je persoonlijke favoriet?
'Het is misschien een beetje cliché, maar dan ga ik toch voor The Broken Circle Breakdown. Een film die je gewoon moet zien, eentje die zich niet laat uitleggen in woorden. Het is een achtbaan van gevoelens. Maar ik ben ook heel erg trots op de wereldpremière van De Behandeling op ons festival. Weer een hele andere film. Een gitzwarte thriller van Hans Herbots. En dan zijn er nog de kortfilms. Stuk voor stuk pareltjes die in de prijzen zijn gevallen. Het leuke aan zo’n blokje kort is dat je in een keer allerlei verschillende kanten van de Vlaamse film ziet. Ik kan eigenlijk niet kiezen. Ik ben trots op het hele programma.'