Scato van Opstall is lid van de VPRO. Hij overweegt zijn lidmaatschap nu op te zeggen. Waarom? Vanwege zijn ergernis tijdens het kijken naar de dramaserie Johan, die hij een ‘juweeltje’ noemt (Volkskrant, 4 maart 2014). De zachte kleuren en verrassende kaders worden in zijn ogen verziekt door een ‘knallend’ VPRO-logo in de linker bovenhoek en rechts een ‘lantaarn met een cijfer’. En zo wordt een monument – dat is een compliment – vernield door een omroep die zijn plaats en rol niet kent. ‘Een groter dedain voor je makers en je kijkers bestaat niet’, concludeert hij.

Zo’n logo heet in jargon een ‘bug’; een vlieg op je beeldscherm. Dat zegt al genoeg over de irritatiefactor van het ding. De centrale invoering ervan, jaren geleden, leidde bij VPRO-makers tot grote verontwaardiging. Deze inbreuk op het beeld, hun artefact, werd gezien als verkrachting. Bovendien was die strontvlieg op het scherm verre van chic en volstrekt overbodig omdat de signatuur van de VPRO immers al zichtbaar is in de onderscheidende kwaliteit van het televisieprogramma. Dat was nog de tijd dat je kon kiezen tussen een avondje Avro of VPRO. Als kijker wist je dan dat je voor de VPRO op Nederland 3 moest zijn. Dat werd anders met de invoering van de horizontale programmering. Sindsdien zijn de drie netten podia voor genres, waarvoor de verschillende omroepen programma’s leveren en is het er niet gemakkelijker op geworden je favoriete omroep te vinden. ‘Alsof het een hond interesseert of Blik op de weg door de NCRV of Avro wordt gemaakt’, werpt Van Opstall tegen. Maar een herkenbare bug van de afzender is geen egotripperij, zoals Van Opstall stelt. Het vertelt de kijker iets over wat hij kan verwachten van de inhoud. Dat helpt bij het kiezen tijdens het zappen. Vergelijk het met bladeren door de krant waarin de lezer ook kenbaar wordt gemaakt wie de afzender is van een artikel. Overbodig? Laat Van Opstall dan de eerste columnist zijn die zijn stukken voortaan niet meer ondertekent. Alsof het iemand interesseert of ze zijn geschreven door hem of Wagendorp.