In de serie ‘Concerten van mensen die onder normale omstandigheden al met pensioen waren geweest’ was ik met een oude schoolvriend bij Fischer-Z.
Nooit geweten dat deze bandnaam is afgeleid van een methode die 'betrouwbaarheidsintervallen in correlaties’ beschrijft en ook nu ik het heb opgezocht zou ik het liefst de Direct Duidelijk Brigade van staatssecretaris Raymond Knops in willen schakelen. Voorafgaand aan het concert aten we samen, wat sinds 1986 al niet meer was gebeurd, maar soms is 33 jaar een seconde en voor we het wisten zaten we in een gesprek dat we waarschijnlijk die seconde daarvoor ook al voerden. En misten we nummer drie. Met hem ging het altijd over politiek.
Hij had een links en alternatief aura om zich heen gecreëerd, flirtte met de Franse negentiende-eeuwse anarchist Proudhon (la propriété c'est le vol, eigendom is diefstal) en belandde steevast in hoogoplopende discussies met de VVD-jongerenbrigade op ons kakschooltje. Van al die geleende idealen van toen is niets behouden gebleven, de burgerlijkheid overspoelde iedereen, en bovendien, zo constateerde mijn vriend: ‘Hij was toen al links én rechts’ – indachtig het adagium dat wie voor zijn veertigste niet links is geen hart heeft, en wie dat na zijn veertigste nog wel is, geen hersens.
In HP/De Tijd van deze maand staat een fantastisch dubbelinterview van Nathalie Huigsloot met Gustaaf Peek (44) en Maarten van Rossem (75). Onderwerp van gesprek is Peeks pamflet Verzet! Pleidooi voor communisme. Peek, ‘kind van de Koude Oorlog’ breekt een lans voor het idee van communisme zoals dat ooit door Marx is beschreven. Een idee dat zich vooral laat ontkrachten door De Weerbarstige Praktijk, maar nog steeds een mooi idee kan zijn. Het gesprek eindigt in een heerlijk ordinaire scheldpartij die me opnieuw 33 jaar terugvoerde. Of een seconde.