Je kunt het van de zure kant bekijken: omroepen verliezen één miljoen leden (over een periode van vijf jaar), en logischerwijs wordt dat dan de kop in NRC. Of van de vrolijke kant: tweeënhalf miljoen mensen zijn lid van een publieke omroep.
De nuancering volgde in het stuk, met voor mij als persoonlijk hoogtepunt de zin: ‘Alle politieke partijen bij elkaar opgeteld hebben evenveel leden als de VPRO in zijn eentje.’ Dat weten we al wat langer dan vandaag, maar daar zullen we geen goede sier mee maken, omdat we geen politieke partij zijn. Appels en peren, en laat de VPRO vooral een passievrucht blijven. Maar dan wel een passievrucht met gevoel voor de realiteit en die is dat het lidmaatschap van wat dan ook een anachronisme aan het worden is. Zoiets als het huwelijk dat levenslang duurt.
Dat bestaat ook nog, ik zie mijn ouders gestaag richting het gevreesde moment gaan dat de burgemeester met een gouden taart voor de deur staat – doe maar niet –, maar hoeveel navolging zullen zij nog krijgen? In dezelfde editie van NRClees ik over een noviteit in relatieland, de mingle. Dat is iemand die wel een relatie heeft, maar het niet zo noemt en die relatie ook voor de buitenwereld verborgen houdt. Dat doet hij/zij omdat er nog van alles mogelijk is en moet blijven, er kan namelijk zomaar een nog leukere kandidaat voorbijkomen.
Het bracht me op het idee dat we als VPRO volgend jaar misschien niet in alle openbaarheid mee moeten doen aan de race om voor de telling duizenden leden te werven, met al het voorspelbare en onterechte commentaar over het verspillen van belastinggeld dat daarmee gepaard gaat. Laten we met de tijd meebewegen: wilt u onze mingle zijn?