Het kantoorleven heeft een slechte naam gekregen door 'Debiteuren, crediteuren' van Jiskefet, The Office van Ricky Gervais, Het bureau van Voskuil en Toren C van Margôt Ros en Maike Meijer.
Hoe hilarisch ook, er zit soms iets te veel herkenning in en dat kan somber stemmen wanneer je zelf ook dagen, weken, maanden, jaren in een kantoorgebouw op een bedrijventerrein langs de snelweg zit. Behalve dan misschien in dit gebouw, waar wij zitten. Een gebouw dat we naar onze hand moesten zetten, een ruimte die we moesten veroveren. Die verhuizing twintig jaar geleden was alsof er een hele generatie kamerbewoners in een keer volwassen werd. De oude villa’s stroomden leeg, dozen vol rolodexen, videobanden, elpees, floppydisks, ingebonden gidsen, ordners, nietmachines met namen erop geplakt, kleedjes, lampen, koffiekopjes, hondenmanden en oude honden, een bed en houten bureaus gingen mee.
De bewoners liepen in ganzenmars achter de muziek aan, van de ’s-Gravelandseweg naar het Mediapark. De honden snuffelden nog wat onwennig om zich heen, er was nog geen geur in het nieuwe gebouw, er waren nog geen vlekken, barsten of herinneringen. Die verhuizing was ook vlekkeloos. Alles klopte, alles paste, iedereen had weer een bureau, een plek, een computer, een lamp, een kantoorleven. We hoefden niet zo veel te doen, behalve door een nieuwe deur te lopen, het was allemaal voor ons geregeld. Door een man die daar liever niet de credits voor kreeg, die liever nooit credits kreeg voor wat hij deed. Hij vond het leuk, hij vond het interessant, hij maakte mooie dingen voor de vpro en je kon heel goed met hem lachen en werken. Nu is hij doodgegaan tijdens ons kantoorleven en hebben we er een herinnering bij die we liever nog even niet wilden hebben.