Nu de profetie van Andy Warhol is uitgekomen en iedereen inmiddels vijftien minuten in beeld is geweest, krijgen we het ook allemaal hoog in de bol. We zijn immers allemaal even belangrijk, met een even belangrijke mening, en als iemand wil dat we die uitspreken gaan we eerst een lijstje met wensen aanleggen voordat we acte de présence geven.
Zo duldde een mevrouw uit Friesland met pepernoten op haar zang geen tegensprekers aan tafel bij Twan Huys. In mijn wereld, maar dat is misschien een oude wereld, heb je dan bij voorbaat verloren. Het deed me denken aan de oekazes van Louis van Gaal, die kritische vragen niet op prijs stelde, en journalisten die het waagden die te stellen, terzijde schoof onder het mom van ‘jullie hebben er toch geen verstand van’. Wie nu precies waar verstand van heeft, is tegenwoordig ook al voortdurend onderwerp van discussie, dus dat was goed gevonden.
Vorige week ontving Eva Jinek uit handen van Sonja Barend de naar haar vernoemde prijs voor het beste tv-interview van het afgelopen jaar. Jinek liet in een zeventien minuten durend gesprek Farid Arzakan van Denk zijn eigen graf graven over een discutabel en ‘per ongeluk’ online verschenen campagne-idee van diens partij.
Dat interview was in allerlei opzichten een prestatie van formaat, maar achteraf bezien was het bijzondere aan dit gesprek misschien wel dát het plaatsvond. Dat Arzakan, in de wetenschap dat hem het vuur na aan de schenen gelegd zou worden en dat het campagne-idee troebel en niet te verdedigen was, toch aanschoof.
Hij kwam er niet best vanaf, maar kan bijna dagelijks in de Tweede Kamer constateren dat dát geen ene fluit uitmaakt. Een ‘kras’ heet dat daar dan. Kras, inderdaad.