Het zal die scholieren een zorg zijn, gok ik zo, dat ‘idee’ van de formatieploeg om ze allemaal verplicht een dag naar het Rijksmuseum te sturen. Chill man, dagje Damsko. Dus daar zit het probleem niet. Wel dat het Rijksmuseum dan nóg voller wordt dan het al is, en dat je als argeloze bezoeker over pubers én toeristen met geheven smartphones en ipads heen moet kijken om zelf nog een glimp van Frans Banning Cocq op te vangen, maar ook dat is overkomelijk.
Nee, het probleem is natuurlijk dat dit bedacht is. Dat het als een ‘idee’ wordt gepresenteerd. Ik geef eerlijk toe, je kunt het zo groot maken als je wil, maar ik wil dit even heel groot maken. Het politieke verlangen om grip te krijgen op de Nederlandse identiteit, al was het alleen maar om Geert en Thierry de wind uit de zeilen te nemen, heeft inmiddels tot een aantal wonderlijke voorstellen geleid.
Zou er over de keuze voor het museum tenminste nog gesteggeld zijn? Dat Buma wekenlang geprobeerd heeft het planetarium van Eise Eisinga erdoorheen te duwen, desnoods in ruil voor het thanaticum van Pechtold?
Het venijn van dit ‘idee’ is dat het wordt geplaatst in het kader van een nationalistische opvoeding. Alle coupletten van het Wilhelmus zingen in de bus en dan met volle teugen Nederlands erfgoed inademen, om … ja, om wat eigenlijk? Om van de jeugd vaderlandslievende burgers te maken?
Gelukkig gaat het om scholieren en zodra die ergens het woord ‘verplicht’ zien staan, maken ze rechtsomkeert. Echte Nederlanders.