Dit stukje is een huis. Het is een afgebakende ruimte, de oppervlakte die ik bewoon, is precies groot genoeg, ik heb het zelf ingericht en als ik het zo af en toe wil overschilderen, hoef ik dat met niemand te overleggen. Zolang ik elke week netjes de hypotheek aflos, blijft het van mij. Bladen en tijdschriften staan vol met dit soort kleine huisjes. Vaak staat de eigenaar erbij afgebeeld. Soms wordt het perceel wat groter gemaakt, de bewoner is eruit gegroeid en heeft behoefte aan meer armslag. Voor al deze huiseigenaren geldt dat ze er met geen stok uit te krijgen zijn. Nooit zullen ze hun kostbare pandjes te koop zetten, ook al ontploft de huizenmarkt.
Van andere stukjesschrijvers weet ik hoe het schrijven, en vooral ook het leveren van hun stukje deel uitmaakt van hun levensritme. Iedere week op een vast tijdstip in de mailbox, nooit verstek laten gaan. Een stukjesschrijver is nooit ziek, en als hij dat wel is, dan merkt u dat niet doordat de kolommen leeg blijven, maar hoogstens omdat er wat delirante verhalen in staan.
Mag een stukjesschrijver op vakantie en al die tijd zijn huis leeg laten staan? Of kan hij het via airbnb aan andere stukjesschrijvers verhuren die tijdelijk onderkomen zoeken? Die er dan niet meer uit willen natuurlijk. Dat risico neem ik niet. Ik doe de deur op slot, tot over vier weken. Wilt u af en toe de tuin sproeien en de planten water geven? En vergeet de poes niet...