Ik ben een kind van de Straat. Nee, niet van de straat met kleine letters, maar van de Straat, kort voor De stratemakeropzeeshow. Daarom ben ik vrij van taboes, kon je mij op jeugdige leeftijd al naar de drogist sturen om een pakje tampons te halen, praat ik tijdens het diner graag over stoelgang en alles wat daarbij hoort, en zit er een diepgewortelde anti-autoritaire houding in mij, die me ook al meer dan veertig jaar parten speelt. Ik vond het nogal ingewikkeld, kind zijn, en dat had vooral te maken met het gemak waarmee anderen wel kind leken te zijn. Ook daar kwamen de verhalen van De Stratemaker op Zee, Erik Engerd en de De Deftige Dame goed van pas. En nog steeds, als ik de kans krijg en me onbespied waan, zing ik luidkeels: ‘Wat wil je later worden in de maatschappijjjjjjjjj?’ Stratemakeropzee leek me wel wat, vooral omdat ik de woorden aaneengeregen hoorde en de werkelijke betekenis pas heel laat tot me doordrong.
Aart Staartjes liet zich interviewen door Volkskrant Magazine en het hele stuk was een verademing. Ongegeneerd, direct, niet bang om op iemands tenen te gaan staan, en er vooral niet op uit om aardig gevonden te worden. Iedereen hield meteen weer van (Meneer) Aart.
Na een jaar gesteggel zal de Amsterdam Arena hoogstwaarschijnlijk omgedoopt worden in Johan Cruijff Arena. Chriet Titulaer kwam er vlak na zijn dood in DWDD helaas wat bekaaid vanaf, maar er was gelukkig al een planetoïde naar hem vernoemd. Mag ik nu alvast pleiten voor een Stratemakeropzeestraat? Daar wil ik wonen.