Heel lang was ik nergens lid van. Ja, van de ANWB, maar dat was vanuit een diepgewortelde angst voor piepende of ploffende panne. Het heeft me inmiddels een gouden kaart van de wielrijdersbond opgeleverd met ongetwijfeld allerlei gezellige voordelen waar ik geen gebruik van maak. Natuurlijk ben ik ook lid van de VPRO. Hoewel, natuurlijk, zo vanzelfsprekend is dat niet. In de eerste jaren dat ik voor de VPRO werkte, dacht ik dat dit automatisch geregeld was bij indiensttreding. Ik ontving wekelijks de gids, voor mij het symbool van verbondenheid. Tot ik in een brief van mijn werkgever plots het verzoek kreeg om toch maar eens lid te worden. Het was weliswaar geen verplichting, maar misschien wel een beetje vreemd om geen lid te zijn als je graag hoofdredacteur van de gids wil worden. Al hadden ze dat toen nog niet in de gaten.
Onlangs was er bij deze gids een reclamefolder van de PvdA bijgesloten. De partij zocht leden. Dat haalt je de koekoek, ik denk dat ze wel meer zoeken dan leden. Het foldertje viel bij een aantal lezers van de gids niet goed. De VPRO moest zich hiervan afzijdig houden, en daar is inderdaad iets voor te zeggen.
Het partijbureau van de PvdA aan de telefoon: ‘Dag meneer Blom, we bellen even om te controleren of u inderdaad lid wil worden van de PvdA, en of we het geld van de rekening van de VPRO mogen afschrijven. Nee? We vermoedden al dat het een grapje was van een van uw eigen leden.’
Dat vermoed ik ook. Typisch VPRO.