De sirenes loeiden, en tegelijkertijd lichtte het scherm van mijn telefoon op. Zo snel als ik kon, pakte ik hem en las: CONTROLEBERICHT. Uw telefoon is juist ingesteld voor NL-alert. U hoeft niets te doen.’
Dat kwam goed uit, want wat had ik gedaan als ik wel iets had moeten doen?
Tijdens mijn kortdurende verblijf bij de Nederlandse landmacht werden we getraind in handelend optreden voor het geval er iemand gewond mocht raken. In gevechtssituaties wel te verstaan, maar daar was natuurlijk geen sprake van. Wel kreeg er iemand op een kazerne honderd kilometer verderop de loop van een tank tegen zijn hoofd en viel dood neer. Daar had handelend optreden ook niets aan kunnen verhelpen. Mond-op-mondbeademing, hartmassage, bloedingen stelpen, botbreuken, de stabiele zijliging. Ik schrijf dit allemaal uit mijn hoofd op, en ik zou het ook nog wel kunnen uitvoeren. Grote vraag bleef altijd: ga ik dat ook echt doen? Nu is er gelukkig nooit iemand in mijn buurt ter aarde gestort terwijl hij met zijn rechterhand naar zijn linkerborst greep, maar het gebeurt natuurlijk wel en dan staat er opeens: ‘U moet iets doen.’
Na dwaallichten Thierry Baudet en Jan Roos dacht ook Jan Dijkgraaf, als zoveelste valse messias van de directe democratie, dat hij iets moest doen. Als je maar vaak genoeg roept dat de democratie niet functioneert, kun je hem ook alleen maar verder ridiculiseren door nog een partijtje op te richten zonder idee, programma of organisatie. Ik hoor geen sirenes loeien, mijn telefoon licht niet op, moet ik iets doen?