‘Ik ben zijn werk in 2005 of 2006 gaan uitgeven. Hij is iemand die zijn eigen gang gaat en een unieke positie inneemt. Enerzijds als opiniemaker met hele stevige morele oordelen, anderzijds als groot literair talent. In die zin doet hij me denken aan wat Philip Roth in Amerika deed, of wat Ian McEwan doet in Groot-Brittannië: grote maatschappelijke thema’s verwerken in romans. Ik ken eigenlijk geen andere Nederlandse auteur die dat doet zoals hij. Qua erkenning kan het wel wat beter. Dat hij met Klont niet werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs vond ik wel verbazingwekkend en dat zeg ik niet alleen als uitgever maar ook als lezer.
In Nederland moet je kennelijk het een zijn of het ander, en Maxim beweegt zich ook in heel andere kringen. Je krijgt moeilijk vat op hem. Wat is het voor iemand? Is die literatuur gewoon een van de vele dingen waar hij zich mee bezighoudt? Zelf vind ik het jammer dat hij het zo weinig doet, dat heb ik ook tegen hem gezegd. Ik denk wel dat daarin een zekere teleurstelling meespeelt. Zo’n boek schrijven kost heel veel tijd en denkkracht. Af en toe ben ik bang dat hij zijn pen aan de wilgen hangt. Klont is redelijk goed verkocht, maar hij moet natuurlijk ook de eindjes aan elkaar knopen. Hij is bovendien iemand die moeilijk dingen kan weigeren. Als hem iets gevraagd wordt en hij denkt dat hij daar ideeën over heeft, zegt hij snel ja. Hij is jurist van huis uit en hij staat pal voor het recht. Ik denk wel dat je kunt zeggen dat hij dat voelt als zijn morele plicht.’