De tweede Zomergast is schrijver en essayist Hanna Bervoets (Amsterdam, 1984), die in 2009 debuteerde met de roman Of hoe waarom.

Haar werk werd onder meer genomineerd voor de Gouden Boekenuil en de Libris Literatuur Prijs en in 2017 ontving ze de Frans Kellendonk-prijs voor haar oeuvre. Dit jaar verscheen haar roman Welkom in het rijk der zieken. 

Maurits de Bruijn

vriend en buurman

‘Hanna en ik zijn al zeker vijftien jaar onderdeel van dezelfde vriendengroep, maar daarnaast wandelen we één keer per week samen. Ik woon namelijk bij haar om de hoek. We werken allebei veel thuis, dus dan is het wel goed om af en toe andere mensen te zien. Tijdens die wandelingen hebben we het vaak over ons werk, want ik ben ook schrijver, en veel dingen waar ik tegenaan loop, kan ik niet bij andere vrienden kwijt. Hanna is een heel slim iemand met een heldere geest, dus het is fijn om met haar te sparren. 

We gaan altijd met z’n tweeën, meestal een uurtje. Aansluitend worden er dan vaak ook nog boodschappen gedaan, maar we gaan dan niet ook nog samen eten of zo. Het is allemaal behoorlijk strak ingekaderd. Ik zou nog wel kunnen zeggen: werken lukt vandaag toch niet, zullen we gaan zuipen? Maar Hanna is heel erg gedisciplineerd. Ze werkt op gezette tijden en die bewaakt ze ook heel goed, dus zoiets zou ik niet eens voorstellen.’ 

Inge de Frank

partner

‘Hanna en ik hebben net samen het WK vrouwenvoetbal helemaal gekeken. Dat begon al bij het EK, toen ze kampioen werden. Sindsdien volgen we ze. We zijn ook naar een paar wedstrijden geweest. Maar we kijken ook als de mannen spelen hoor, en ook naar de Olympische Spelen, en naar hockey en tennis. Als Nederland speelt, kijken we. Verder hebben we allebei een gezonde maar gekke fascinatie voor kindsterren, waarschijnlijk omdat we dat vroeger allebei wilden zijn. Dus we kijken altijd samen naar The Voice Kids. We zijn zelfs een keer naar de opnamen geweest. Kinderen van zes die al zo goed zijn en zo goed weten wat ze willen, dat vinden we fascinerend. 

Maar er zijn ook veel dingen die we niet samen kijken, omdat Hanna veel gedisciplineerder is dan ik. Ik ben een bingewatcher, zij kijkt heel netjes één aflevering per dag. Zo heb ik gisteravond vijf afleveringen van Stranger Thingsachter elkaar gekeken, terwijl zij er dan één ziet. Game of Thrones hebben we ook niet samen gekeken, omdat ik de aflevering vlak nadat die online is gezet al heb gezien, en zij dus niet. Maar we hebben het er wel vaak samen over. Al moet ik me dan vaak inhouden omdat ik voor lig. 

Onze smaak komt behoorlijk overeen, alleen Expeditie Robinson kijkt Hanna in haar eentje, daar kijk ik niet naar.’ 

Bert Brunninkhuis

voorzitter Q-uestion, stichting voor Q-koortspatiƫnten

‘Voordat haar roman [Welkom in het rijk der zieken, over een Q-koortspatiënt, red.] verscheen, is Hanna me komen opzoeken. Ze heeft hier tweeënhalf uur gezeten en alleen maar vragen gesteld. Mijn vrouw woonde een deel van dat gesprek bij en zei later: dat is wel een heel bijzondere vrouw. 

Het was een geweldig gesprek. Rondom de verschijning van haar boek hadden we een bijeenkomst met onze vereniging. Daarvoor heb ik haar toen uitgenodigd. Ze heeft een lezing gehouden en enkele passages voorgelezen. Dat maakte heel wat los. Ik zag mensen huilen van herkenning. De strijd die je voert met je lichaam, de onmacht, graag willen maar niet kunnen, het niet begrepen worden door je omgeving, het feit dat men niets aan je ziet, dat heeft ze heel knap omschreven. Heel empathisch ook. 

Iedereen heeft op die avond haar boek gekocht. Ze zullen het niet allemaal begrepen hebben, want het heeft een bepaald niveau, maar het gaat erom dat er iemand als Hanna is die oog heeft voor wat zij doormaken, want deze mensen voelen zich door iedereen in de steek gelaten. 

Je bent ziek en je wordt beter of je bent ziek en je gaat dood. Maar de 1500 mensen met Q-koorts zijn chronisch ziek en komen er nooit meer vanaf. 

De manier waarop ze met haar eigen ziekte omgaat [Bervoets lijdt aan het syndroom van Ehlers-Danlos, type 3, een erfelijke bindweefselaandoening, red.], vind ik geweldig. Door niet bij de pakken neer te zitten, gestructureerd te leven en heel bewust te kiezen wat ze wel en niet doet, weet ze ermee te dealen. Ze heeft haar ziekte niet centraal gesteld in haar leven. Dat lukt niet iedereen. Voor veel mensen bepaalt dit hun leven, ze zijn hun ziekte geworden. Hanna is wat dat betreft een heel goed rolmodel.’ 

Ellen Deckwitz

vriendin en medecavialiefhebber

'Hanna is de zorgzaamste persoon die ik ken, zeker als het om haar cavia's Thelma en Blanche gaat. Wanneer ik ze kom voeren, die enkele keer dat ze niet kan, ligt er een heuse tienstapsprocedure klaar, met in detail beschreven wanneer ze welk eten moeten hebben. Verder vraagt ze of ik even kunstjes met ze wil oefenen, en natuurlijk of ik ze wil knuffelen. 

Die toewijding is exemplarisch voor haar, niet alleen als caviabaasje, maar ook als schrijver en zeker als vriendin. Ze is iemand die altijd een beetje op je past, en iemand die altijd doorvraagt. Bij liefdesverdriet staat ze met eten op de stoep, bij vreugde staat ze ook met eten op de stoep. In haar heb ik duizend luisterende oren en een altijd frisse blik.'