Zondag met Lubach
zondag 10 september, NPO 3, 21.50-22.30 uur
Het format van Zondag met Lubach wordt in het zevende seizoen grotendeels losgelaten. ‘We gáán gewoon, alles mag,’ zegt presentator Arjen Lubach.
Als we binnenkomen, staat Arjen Lubach (1979) een potje te pingpongen. Voor de deur vissen twee oude mannen in een grachtje en verderop legt een groep oudjes een kaartje, met de witte wijn op tafel. Het is drie uur ’s middags, een doordeweekse dag, half augustus. Amsterdam is nog in zomermodus, maar Lubach voelt de hete adem van een nieuw seizoen Zondag met Lubach in zijn nek. Desalniettemin oogt hij ontspannen. Er is zelfvertrouwen, dit zevende seizoen; nu meer dan ooit.
Er gaat wel het een en ander veranderen, het format wordt bijvoorbeeld grotendeels losgelaten. Lubach zal nog steeds achter een desk zitten, dat wel; met stropdas, en hij belooft nog steeds grappen te maken over de actualiteit – dat is het enige wat de redactie zichzelf nog oplegt. Verder kan alles.
‘Het programma werd te veel een invuloefening,’ legt Lubach uit, ‘met een item met een correspondent, dan een groot verhaal, daarna vijf minuten actualiteit, enzovoort. We willen nu op woensdag per onderwerp kunnen bepalen welke aanpak het beste werkt. We hebben een halfuur creatief te vullen, we gáán gewoon, alles mag.’
De grote inspiratiebronnen van Lubach zijn satirische nieuwsshows uit Amerika: John Oliver, Stephen Colbert. Die beleven gouden tijden met hun nieuwe president. Lubach scoorde begin dit jaar wereldwijd tientallen miljoen views met het op de hak nemen van Donald Trump, in zijn programma en op social media.
Satirische nieuwsshows deden het onder George Bush jr. beter dan tijdens Obama. Hoe slechter de politiek, des te beter een satiricus zijn werk kan doen?
Lubach: ‘Comedywise heb je niets aan een land waarin het alleen maar goed gaat, als mens natuurlijk wel. Ons soort comedy bestaat bij de gratie van het aanpakken van de macht. Mensen die bepaalde posities bekleden en het ene zeggen en het andere doen – dat is interessant. Een politicus met onbeschreven blazoen is niet boeiend. Aan de andere kant heb je iemand die zichzelf compleet voor gek zet, zoals Trump, en dat is voor ons ook ingewikkeld – die man is zelf al satire.
'Het liefst zit je in het midden: dat het in het land goed gaat, maar dat er voor ons nog genoeg te wroeten is. Het moet net slecht genoeg gaan. Het vorige kabinet-Rutte is daar een goed voorbeeld van. Ik heb niet het idee dat Rutte het land te gronde heeft gericht. Het gaat economisch goed, alhoewel dat natuurlijk vooral een internationale tendens is. Toch waren er genoeg dingen waar we iets mee konden: VVD-schandaaltjes, een falend ministerie van Veiligheid en Justitie. Dat soort dingen. Net genoeg om je over op te winden.’
(tekst gaat verder onder video)
Hoe volg je het Haagse geharrewar van de kabinetsformatie deze zomer?
‘Ik was blij dat we nu niet op tv waren, want er gebeurt weinig. Nieuwsorganisaties gaan het dan in de marge volgen, met analyses en vlogjes over bijzaken. “De formatie gaat door op gymschoenen” – dat wordt dan het nieuws. Dat is natuurlijk geen echt nieuws. Ik vind het beangstigend dat het nu bij de onderhandelingen over die paar zaken gaat waarover D66 en de ChristenUnie in de clinch liggen met elkaar, terwijl er mijns inziens belangrijke zaken zijn om aan te pakken. De lerarensalarissen vind ik urgenter dan meerouderschap. En hogere salarissen in de zorg vind ik belangrijker dan de voltooid leven-discussie. Al zal het je niet verbazen dat ik meer aan de kant van Pechtold sta…’
Je bent vaak met Gert-Jan Segers in debat gegaan, de fractievoorzitter van de ChristenUnie. Hij is zelfs een keer bij je thuis ge weest.
‘Onze verstandverhouding vind ik het ultieme voorbeeld van hoe je in een vrije samenleving met verschillen van mening omgaat. Ik vind die man supervriendelijk en kan goed met hem opschieten. Maar we zijn het volstrekt oneens over alles. Helaas is het ontstekeningsmechanisme tegenwoordig erg strak afgesteld, de polarisatie wordt steeds groter. Als jij vindt dat we vluchtelingen niet moeten opvangen, ben je meteen een fascist en een racist. En als je vindt dat we vluchtelingen wel moeten opvangen, ben je een Gutmensch en een wegkijker. Ik denk echt dat 90 procent van de mensen, onder wie ikzelf, in het grote midden zitten.'
Het grootste deel stemt anders op de extreme flanken.
‘Ja, maar die mensen worden opgehitst door politici en opiniemakers die zelf aan die uiterste kanten zitten. Als je met Nederlanders een socratisch gesprek aangaat, zul je zien dat de meesten gematigd en genuanceerd denken.’
Heb jij daar voor je gevoel een rol in: de nuance terugbrengen in het maatschappelijk debat?
‘Nee, ik moet goede grappen maken over de actualiteit. Natuurlijk vind ik dingen en ben ik me stiekem best bewust van de invloed die we hebben. Maar ik wil me niet bezondigen aan activisme. Hopelijk lachen mensen tijdens het nadenken, dat is mijn streven.’
(artikel loopt door onder de afbeelding)
Jongeren consumeren nauwelijks nieuws, jij bereikt ze met jouw satirische kijk op het nieuws wél. Voel je daar een verantwoorde lijkheid?
‘Ik vind het een komisch bijeffect. Jongeren die mij op straat aanspreken: “Dat stuk over Erik Wiebes was echt kapot grappig.” Ik wist op mijn dertiende echt niet wie de staatssecretaris van Financiën was.’
Schuilt er een gevaar in satire toevoegen aan het nieuws?
‘Ja, maar alleen als je een onzuiver geweten hebt, of als je steken zou laten vallen omwille van scoringsdrift. Vorig jaar hadden we een item over de echtgenoot van Edith Schippers. Die switchte van baan toen zijn vrouw minister van Volksgezondheid werd, hij kwam te werken als zorgconsultant. Vanuit die positie profiteerde hij van de regelgeving van zijn vrouw. Toen wij dat aan de kaak stelden, stopte hij met zijn baan.
'De perverse prikkel om geld te verdienen aan de meest kwetsbaren mensen in de samenleving vind ik interessant, daarom wilde ik dat item doen. Maar stel je voor dat we onzorgvuldig waren geweest! We researchen items heel grondig. Ik ben geen harteloos persoon, ik vind het oprecht pijnlijk voor Schippers en haar man. Maar ja, dit stel heeft toch zelf voor deze situatie gekozen.’
Nog even dit: in 2015 verklaarde je in de Volkskrant dat je geen geschreven interviews meer zou doen. Nu zit je hier met mij voor de VPRO Gids.
‘Er ontstaat een groeiende brij van quotes die worden hergebruikt – dat irriteerde me. Je komt in een knipselmap, waarbij alles wat je ooit hebt gezegd uit de context wordt gerukt en weer terugkomt. Ik dacht op een gegeven moment: als ik het me kan veroorloven stop ik er mee. Maar bij dezen de uitzondering. Omdat het de VPRO is.’