U bent relatief jong gestopt met voetballen.
‘Met 31. Vanaf mijn twintigste heb ik last gehad van een heupblessure. Daar kon ik na de nodige behandelingen en oefeningen wel mee voetballen, maar op een gegeven moment was ik het zat om zo veel tijd bij de fysio te zitten. Ook omdat het vaak onzeker was of ik kon spelen.’
En zoals veel oud-voetballers werd u daarna trainer.
‘Klopt. Ik begon als assistent-trainer bij het vrouwenteam van VVV. Omdat het vrouwenvoetbal daar na een jaar ophield ben ik teruggegaan naar Duisburg. Eerst weer als assistent bij verschillende vrouwenteams, daarna als hoofdtrainer bij het tweede vrouwenteam. Toen ben ik gestopt omdat ik merkte dat trainer zijn niet bij mij paste.’
Waarom niet?
‘Ik legde mezelf te veel druk op en dacht bij alles wat misging dat het aan mij lag. Dat leverde veel stress op. Als beginnend trainer wilde ik álles goed doen. Eigenlijk heel onlogisch om te denken dat zoiets kan. Ik kreeg ook lichamelijke klachten, zoals huiduitslag. Omdat we net nieuwe kleding hadden gekregen, dacht ik die uitslag daardoor werd veroorzaakt. Ging ik naar de huisarts en had ik dat nieuwe tenue meegenomen. Hij vroeg: “Heeft u stress?” Dat kon ik niet ontkennen. Waarop hij zei: “Ik hoef die kleding niet te zien.” Toen was het wel duidelijk en heb ik een streep onder mijn trainersloopbaan gezet.’
U heeft ooit uw voetballoopbaan een jaar onderbroken. Was dat ook vanwege stress?
‘Eigenlijk wel, al is dat nooit officieel gediagnosticeerd. Ik had een burn-out, niet van het voetbal maar van andere dingen.’
Met 156 interlands bent u een icoon van het vrouwenvoetbal.
‘Het is maar wat je onder een icoon verstaat, maar zo werd het wel gezien door de KNVB.’
U bent bondsridder, net als onder meer Frank Rijkaard, Clarence Seedorf en Ruud Gullit.
‘Ik ben de eerste vrouw met die onderscheiding en dat is wel bijzonder. Bij de KNVB in Zeist is er ook een ruimte naar mij vernoemd. Dat wilden ze graag, al vind ik het maar niks. Ik ben er ook nog nooit geweest. Iemand stuurde mij daar wel een foto van. Bleek er een verkeerd jaartal achter mijn naam te staan. Als bondsridder krijg je ook uitnodigingen voor alle wedstrijden van het Nederlands elftal, mannen en vrouwen.’
U ziet dus al die wedstrijden.
‘Nee hoor, dat gaat niet. Bovendien woon ik in Duitsland.’
Ik durf het bijna niet te vragen, maar als u niet gaat…
‘…blijven ze vaak ongebruikt.’
Goed om te weten. U heeft onder meer theologie gestudeerd. Wat doet u daarmee?
‘Eigenlijk niets. Ik ben dat na een studie onderwijskunde gaan doen. In deeltijd, puur vanuit eigen interesse, om me te verdiepen in mijn geloof.’