VPRO Tegenlicht: Cyberjihad
Zondag, NPO 2, 21.05-22.00 uur
Iedere opdracht begon met een stuk papier met de IS-vlag en een paar gps-coördinaten dat in de brievenbus lag. Dan verliet Abu Hajer al-Maghribi zijn villa met zwembad in Raqqa, Syrië en reed in zijn Toyota Hillux – een four wheel drive – naar een huis dat diende als mediacentrum, waar hij een Samsung Galaxy en Canon camera in handen gedrukt kreeg. Vervolgens vertrok hij naar de aangegeven locatie. Nooit wist hij wat hem te wachten stond. De ene keer leidden de coördinaten naar een moskee, waar hij de biddende gelovigen moest filmen, een andere keer waren het strijders die door het veld renden, in de richting van de vijand. En om de zoveel tijd moest hij een executie vastleggen. Opnameleiders gebruikten witte stukken karton als autocue. De beul hield verschillende keren het zwaard hoog in de lucht, zodat het glanzende metaal vanuit verschillende posities op film gezet kon worden. Ook moest Al-Maghribi op een dag tweeënhalf uur vanuit Raqqa naar het zuidwesten rijden, de woestijn in, op zoek naar de coördinaten. Daar trof hij ongeveer tien andere cameramensen en een groep van 150 krijgsgevangenen. De cameramensen moesten filmen hoe de krijgsgevangenen zich moesten uitkleden en één voor één werden doodgeschoten of onthoofd. Daarna moest hij terugrijden naar het mediacentrum in Raqqa, de beelden inladen op laptops en de apparatuur weer inleveren.