Zeg je Londen, dan zeg je mode. In de straten van hippe buurten als Shoreditch ontstaan nieuwe trends en Britse ontwerpers als John Galliano, Stella McCartney en wijlen Alexander McQueen staan of stonden aan het roer van grote internationale modehuizen als Dior en Givenchy. Parijs is modestad nummer een, Milaan is voor de gevestigde orde, in New York wordt het grote geld verdiend, maar Londen is de belangrijkste leverancier van jong modetalent, de toekomstige generatie ontwerpers die het creatieve beeld van de grote modemerken gaat bepalen. Oorzaak? Central St. Martins, een van de belangrijkste modeacademies ter wereld. Een school met goede docenten die jonge mensen stuurt op een eigen handschrift. Het helpt dat de opleiding naam heeft gemaakt met afgestudeerden als Galliano en McQueen.
‘Mensen in de mode hebben geen tijd om de afstudeercollecties van alle opleidingen te bekijken, dus ze kijken vooral naar Central St. Martins,’ licht modejournaliste Bregje Lampe toe. Net als in de muziek: zolang Engeland blijft leveren, houdt dit patroon zichzelf in stand. Daarnaast: ‘Engeland heeft een cultuur van independent magazines en indie-popbandjes, hetzelfde geldt voor de mode,’ voegt Lampe toe. ‘Er is een goede afzetmarkt voor jonge ontwerpers, want er lopen in Londen genoeg eigenzinnige hippe types rond die je kleding dragen. Dat helpt je om naam te kunnen maken. In Nederland lopen mensen toch vooral in kleding van Zara en H&M, dan heb je het als jong ontwerper lastiger.’
Ook een factor van belang is het overkoepe lend sturend modeorgaan British Fashion Council. Dat houdt talent in de gaten, steekt geld in Britse mode en organiseert de London Fashion Week, waar de wereld kennis neemt van de nieuwe talenten. Wie zijn op dit mo ment de nieuwe McCartney’s en Galliano’s? Lampe: ‘Christopher Kane maakt naam met zijn eigen label, opgepikt door modeconglomeraat Kering. Jonathan Anderson is ook een nieuwe ster aan het modefront, hij is creatief directeur van het luxe modehuis Loewe.’