Minstens 250.000 Russen herbergt Groot-Londen, op een totaal van acht miljoen inwoners. Als toevluchtsoord voor Russische ballingen heeft de stad een lange traditie. Lenin was kind aan huis in de British Library, waar zijn grote voorbeeld Marx Het kapitaal en Het communistisch manifest schreef. Anders dan hun revolutionaire voorgangers zijn de new Russians in Londen vooral geïnteresseerd in veel geld verdienen en het weer uitgeven.
De rijkste is Roman Abramovitsj, eigenaar van voetbalclub Chelsea. Een aantal bij Poetin in ongenade gevallen oligarchen c.q. kleptocraten, onder wie Boris Berezovski, nam de wijk naar Londen, samen met andere Russische rijkaards die hun kapitaal beter af weten in het financiële en handelscentrum van de wereld. Het is er veilig, de kinderen volgen privé-onderwijs, het fiscale klimaat is voor rijke buitenlanders uiterst vriendelijk. Zij betalen bijvoorbeeld geen vermogenswinstbelasting. Het overtollig geld van Russische expats vindt een warm onthaal bij makelaars, advocaten, banken, luxewinkels en veilinghuis Sotheby’s. In dure wijken kopen ze huizen voor astronomische bedragen en dragen volop bij aan de vastgoed-bubbel die Londen inmiddels onbetaalbaar maakt. Een bestaan vol glamour en luxe maakt Londen, drie uur vliegen van Moskou, tot de favoriete uitwijkplaats van de Russische geldelite, die daar geen strobreed in de weg wordt gelegd.
Ga die superrijken nou eens belasten, verzuchten de benadeelde autochtone Londenaren. Maar de Britten zijn al te afhankelijk geworden van de Russische financiële belangen. Door de crisis in Oekraïne, de sancties tegen Rusland, de gekelderde roebel en de krimpende economie zullen nog meer rijken Moskou verruilen voor Londen.