Politiek rammelt het aan de overkant van het Kanaal. Schotland wil zich afsplitsen, Wales wil meer eigen bestuur en immigratie is een heet hangijzer. De anti-EU en anti-immigratiepartij UKIP (United Kingdom Independence Party) profiteert van alle onvrede onder het electoraat. UKIP wil een stop op massa-immigratie van binnen en buiten de EU en boekte daarmee bij de Europese verkiezingen van vorig jaar grote winst.
‘Britten weten dat hun economie baat heeft bij alle Poolse bouwvakkers waar het land mee is overspoeld, maar ervaren het ook als een invasie omdat het huizentekort groot is en er te weinig plek is op Britse scholen,’ weet correspondent Lia van Bekhoven, ruim dertig jaar woonachtig in Londen. ‘De grote partijen erkennen dat niet. Voor het eerst is er nu een partij die zegt: tot hier en niet verder. In nette en niet in racistische taal.’
Maar om werkelijk grote politieke invloed te hebben zit het ‘ouderwetse en oneerlijke districtenstelsel’ UKIP flink in de weg, stelt Van Bekhoven. Landelijke winst onder kiezers garandeert een partij nog geen meerderheid in het Lagerhuis. Voor een zetel daar geldt per district het winner takes all-principe – een systeem dat in de praktijk vooral ten gunste van de twee gevestigde partijen werkt: de Conservatieven en Labour. En dan hebben we het nog niet eens over het Hogerhuis, waarin nog steeds de adel zit. Gevolg: Britse kiezers, en vooral jongeren, zijn gedesillusioneerd en de opkomst bij het stemmen wordt steeds lager. Wie heeft er nog fiducie in zo’n nepdemocratie? Van Bekhoven: ‘Het voelt als een tijdperk waarin het Britse systeem aan het wankelen is.’