Documentairemaker Daan Veldhuizen filmde voor Banana Pancakes and the Children of Sticky Rice de aantrekkingskracht van het Laotiaanse Muang Ngoi op toeristen en hun invloed op de ontwikkelingen van het afgelegen dorp.

Banana Pancakes and the Children of Sticky Rice
 
Muang Ngoi in het noorden van Laos was vijftien jaar geleden een geheim onder rugzakreizigers. Zo’n dorpje dat avontuurlijke Zuidoost-Azië-gangers hopen te ontdekken op hun tochten buiten de gebaande paden. Een plek op grote afstand van alles wat onder moderniteit valt, slechts te bereiken na lange en oncomfortabele busritten gevolgd door een boottocht. De hoofdstraat is een zandpad met rondscharrelende honden en kippen waarlangs kinderen spelen. Bewoners vlechten manden, stoken whisky, verbouwen rijst, boeten netten. Een omgeving waar vakantievierende westerlingen, aangestoken door de ongehaaste lokale bevolking en geholpen door het klimaat, een andere versie van zichzelf kunnen ervaren. Landeriger, nieuwsgieriger, vriendelijker. Creatiever, speelser, opener. Alsof alles zich voor het eerst werkelijk laat zien en horen.

 

Regisseur Daan Veldhuizen

Twee Nederlandse jonge vrouwen bungelen in hangmatten aan de oever van de rivier. Zouden de mensen hier nu ook stress hebben, vraagt de ene zich hardop af in een scène uit de documentaire Banana Pancakes and the Children of Sticky Rice. ‘Ik denk het niet,’ zegt de ander. ‘Of juist wel. Misschien. Maar andere stress.’ Om het vervolgens te hebben over het comfort van warme douches en het verlangen naar chocoladekoekjes. Daan Veldhuizen (33) kwam in 2007 voor het eerst in Muang Ngoi. Hij bleef er een week. ‘Er was geen elektriciteit, je werd er wakker door het geruis van de jungle, niemand had een fiets, laat staan een brommer.’ Het dorp was rijk aan rust, baadde in tijd die verglijdt met het licht. Al wat er klonk waren geluiden met een natuurlijke oorsprong. En: er waren weinig toeristen. Nog wel. 
Heb je ook overwogen om er geen film over te maken?
Veldhuizen: ‘Ja, even, maar ik kon me niet voorstellen dat het wel doen een substantiële bijdrage zou leveren aan de ontwikkeling die zich daar toch al afspeelt en niet te stoppen is. Misschien dat er als gevolg hiervan een paar mensen zo benieuwd worden dat ze die plek gaan bezoeken, maar dan hopelijk met medeneming van de reflectieve vragen die in de documentaire zitten. Waarom reizen we zoals we doen, wat betekent onze honger naar authenticiteit en waarom komen we die niet in onze eigen omgeving tegemoet?’
Overigens, zegt Veldhuizen, zit er een grens aan de behoefte aan echtheid en ligt die vaak bij wat we eten. ‘Slenterend op blote voeten langs de houten huizen denken we dicht bij de bewoners te willen komen. Tot die ons gedroogde vleermuissoep of een rattenkopje aanbieden.’ Nee, dan liever veilige bananenpannenkoeken.
 

Zegt de ene Laotiaan tegen de andere: ‘Wat zijn ze wit. Het lijken wel konijnen.’ Veel van de 700 bewoners van Muang Ngoi zijn zelden ver buiten de dorpsgrenzen gekomen, laat staan hun land uit geweest. Nu zien ze sinds een jaar of wat tijdens het droge seizoen meer en meer mensen vanuit het Westen arriveren, groot en bleek, behangen met spullen. Die zoeken een slaapplek en iets te eten, ze willen wandelingen maken met een gids door de overweldigende natuur. Oftewel: ineens komt er geld naar het afgelegen houtje-touwtjeplaatsje zonder voorzieningen als onderwijs en medische zorg. ‘Er schijnt iets heel interessants aan ons dorp te zijn,’ zoals Khao, rijstboer en vader van een peuter, opmerkt. Hij fantaseert over een woning van steen. Zijn jeugdvriend Shai, die een poosje in de stad woonde en werkte, had al eerder door waar zakenkansen lagen en richtte een boekwinkeltje in waar ook handgemaakte producten te koop zijn. De moderniteit die Shai elders heeft beleefd en deels mee teruggenomen, drijft een wig tussen de twee voorheen samen vissende mannen. Die is vergelijkbaar met de gebeurtenissen op grotere schaal in hun geboortegehucht.

Khao en Shai zijn de hoofdpersonen in Veldhuizens sfeervolle, gelaagde weergave van de grote veranderingen in korte tijd op die droomplek, waaronder de introductie van elektriciteit. Een gevolg van de benoeming van Muang Ngoi tot officiële toeristenbestemming; het vermogende bezoek moet kunnen pinnen. In het kielzog daarvan wordt het gebruik van allerlei apparaten mogelijk, klinkt er overal muziek, hoeft het nergens meer donker te zijn en staat de televisie dag en nacht aan. Het leven van de dorpelingen is in sommige opzichten makkelijker en beter geworden door de komst van reizigers, maar er gaat tegelijkertijd vanzelfsprekend van alles verloren. Zoals die ongereptheid waarvoor men kwam. En dan?

Het uitzicht in Muang Noi

Wanneer kreeg je het idee met een camera terug te keren?
‘Tijdens het maken van mijn eerste lange documentaire, Stories from Lakka Beach in 2011, over de inwoners van een plaats in Sierra Leone na de burgeroorlog daar. Ik hoorde hoe zij over toeristen spraken en vond dat een interessant vertrekpunt. In 2012 ben ik research gaan doen in Muang Ngoi, in 2013 en 2014 hebben we er gedurende een half jaar gefilmd. Eerst was dat vooral leuk en gezellig en waren we overal welkom. We werden helemaal onderdeel van het dorp en dat was heerlijk, de ultieme reizigerservaring zou je kunnen zeggen. Maar de laatste twee weken moest ik me meer als een Nederlander gaan gedragen om ervoor te zorgen dat we naar huis gingen met de opnamen die we nog echt nodig hadden voor het verhaal. Toen werden we elkaar over en weer een beetje zat. De magie verdween en ik realiseerde me dat wanneer ik om de schoonheid van de omgeving heen keek, Muang Ngoi in feite niet veel verschilt van een Brabants dorp.’          
 
 
Daan Veldhuizen is direct na uitzending van zijn documentaire te zien bij NPO Doc Regisseur aan de keukentafel