Voor Citostress volgde Ingeborg Jansen twee Rotterdamse groepen acht. Aan de televisie-uitzending gingen bioscoopvertoningen in aanwezigheid van de maker vooraf. ‘Soms raak ik in een gedetailleerde discussie verzeild.’
Het duurde een tijdje voordat Jansen genoeg vertrouwen had gewonnen om ook met de kinderen mee naar huis te mogen, vertelt ze. ‘Op de Kralingsche School waren ouders bang dat ik hen karikaturaal rijk zou neerzetten, bij de Agnesschool was het überhaupt ongewoner om aan, en voorbij, de deur te komen.’ Ze kwam op het idee voor Citostress tijdens het werken aan haar vorige documentaire, Kinderen met kopzorgen, waarvoor ze filmde op de jeugdafdeling van het Riagg Rijnmond. ‘Ik was verbaasd te horen over alle bijles die ingekocht wordt, het is veel belangrijker geworden naar welke school je gaat en de zorgen daarover beginnen op steeds jongere leeftijd.’
Jansen: ‘We hebben toen het wetsvoorstel tijdens de draaiperiode werd aangenomen wel overlegd, maar nee, het is niet ineens gedateerde materie geworden. Die stress verschuift nu simpelweg naar iets anders, zoals de verkapte toelatingstests die middelbare scholen steeds meer houden, zoekend naar de randen van wat mag.’