Reconstructie van het politieonderzoek naar de IRA-aanslagen in Nederland in 1988 en 1990.

Andere tijden
NPO 2, 21.20-22.00 uur
Op een late zondagavond, eind mei 1990, werden twee Australische toeristen doodgeschoten terwijl ze op de Markt van Roermond foto’s stonden te maken van het monumentale stadhuis daar en de boven alles uitrijzende Sint Cristoffel-kathedraal. De aanslag werd opgeëist door de ira, het Iers Republikeins Leger, dat direct zijn excuses moest aanbieden. Er was sprake van een vergissing. Omdat de Australiërs in een auto met Brits kenteken hadden gereden, dachten de aanslagplegers dat het ging om Britse militairen op verlof van een nabijgelegen kazerne.
Het drama werd begin dit jaar weer even in herinnering geroepen doordat oud-ira-lid Donna Maguire in Malaga, Spanje, zou zijn opgepakt voor tabaksmokkel. Dezelfde Maguire werd verdacht maar uiteindelijk vrijgesproken van de dubbele moord in 1990, evenals drie medeverdachten. De rechter oordeelde dat ‘wettig en overtuigend’ bewijs ontbrak. In Australië zijn ze dat na ruim twintig jaar nog niet vergeten. In 2010 werd Maguire zelfs met draaiende camera’s door Australische televisiemakers overvallen.

Maar ook in Nederland wordt het niet vergeten. In deze aflevering van Andere tijden reconstrueert regisseur Gerda Jansen Hendriks het politie-onderzoek en het strafproces na de aanslag in 1990. Hetzelfde doet ze met de IRA-aanslag die in 1988 ook al in Nederland was gepleegd. Toen vergiste men zich niet en kwamen drie jonge Britse militairen om, na een schietpartij in opnieuw Roermond en een bomexplosie in het nabijgelegen dorp Nieuw-Bergen. Alle onderzoeksdocumenten bleven bewaard in het archief van Maastricht.

‘De focus in de aflevering ligt op de vraag hoe je terrorisme bestrijdt,’ vertelt Jansen Hendriks. ‘Het is ontzettend moeilijk om je vinger te krijgen achter met name het optreden van terroristische cellen. Ook de IRA opereerde destijds met kleine cellen, althans op het Europese vasteland. Ze begonnen daarmee in de jaren tachtig, omdat de aandacht van buiten voor hun activiteiten in Noord-Ierland en Engeland lichtelijk verslapte. En dat was wel waar het de IRA steeds om ging: aandacht voor hun zaak. Winnen van het Britse leger konden ze toch niet, militair-strategisch gezien.’ In het grensgebied van Duitsland, België en Nederland voerde de IRA daarom herhaaldelijk aanvallen uit op Britse militaire doelen.
In de uitzending komt onder anderen Cees Verhaeren aan het woord, die als lid van de Recherche Inlichtingen Dienst bij de onderzoeken naar beide aanslagen betrokken was. Ook Jan Kuijpers, voormalig plaatsvervangend politiechef van Roermond, en oud-officier van justitie Jo Laumen werden geïnterviewd. Laumen leidde namens het om het strafproces tegen de vier verdachten uit 1990, die bij toeval konden worden opgepakt omdat ze in een bos in België met kalasjnikovs hadden geschoten. Waarna een alerte nabijwonende landheer de politie opbelde. De politie trof wapens aan die in Roermond waren gebruikt, maar kon niet bewijzen dat het de vier verdachten waren die de wapens hadden gehanteerd.
‘Bijna iedereen die wij over het onderzoek gesproken hebben, is ervan overtuigd dat ze wel de daders hadden aangehouden,’ zegt Jansen Hendriks. ‘Alleen zit je met het verschil tussen het gezond verstand en de rechtspraak, zoals Jo Laumen dat formuleert.’
‘De aanslag in 1990 is ongeveer de laatste geweest op het Europese vasteland, omdat het zo gruwelijk misgegaan was. Tegelijkertijd waren in het geheim toen al de onderhandelingen bezig die uiteindelijk tot de Goede Vrijdag-akkoorden zouden leiden.’