In haar film Beyond My Walls doet Neske Beks verslag van haar hopeloze verslaving aan social media. Het kan ook anders: de VPRO Gids bezocht een drietal Facebookweigeraars.

katja van wanrooij (29)

‘Ik vraag me af of mensen nog wel eens echt een moment voor zichzelf hebben. Moederziel alleen zijn, zonder in verbinding te staan. Ik doe dat af en toe, en ik vind het heerlijk,’ zegt Katja van Wanrooij. Haar kraakpand staat vol met Gamma-dozen, hoog opgestapeld langs de muren waar de verf vanaf bladdert. Het plafond vertoont in de hoeken barsten en gelige bobbels van de lekkage, die zich door de jaren heen over het oppervlak heeft uitgespreid. Na meer dan tien jaar gekraakt te hebben verhuist de studente Maatschappelijk werk en dienstverlening binnenkort van de Rotterdamse Crooswijk naar Amsterdam, om intrek te nemen in het huurhuis van haar vriend. Toen ze in haar nieuwe woonplaats een hardloopgroep vond waar ze bij wilde, stuitte ze al snel op het probleem dat ze op Facebook moest zitten om zich aan te kunnen melden. ‘Als je niet op Facebook zit, word je vaak vergeten,’ zegt Katja, terwijl ze nipt aan haar thee. ‘De voornaamste reden dat ik niet meedoe, is de commerciële wereld die om Facebook heen wordt gebouwd. Je clicks, likes en de clubjes waar je lid van bent, beïnvloeden je denken en je consumptiegedrag. Het creëert een realiteit, een aanbod waar je onbewust vraag naar hebt.’ 

'Het creëert een realiteit, een aanbod waar je onbewust vraag naar hebt'

katja van wanrooij
Toen Van Wanrooij op haar zeventiende op zichzelf wilde wonen, was het door haar minderjarigheid moeilijk om een huis te vinden. Via een vriendin belandde ze in een gekraakte school. Het krakersbestaan dat toen begon, eindigt nu. Voor haar is dit een einde van een levenswijze. ‘Het is niet zo dat ik me per definitie verbonden voel met alle krakers, maar als iemand ten onrechte uit zijn pand wordt gezet, dan voel ik wel de drang om daar iets aan te doen. Je deelt een belangrijke levensbehoefte. De politie kwam laatst aan de deur bij mijn buurman, ook een kraker. Ik ken de regels, en weet dat ze niet zomaar bij hem binnen mogen dringen – dus heb ik ze even te woord gestaan.’ Alhoewel ze geen fan is van Facebook, ziet ze ook in dat het medium positieve kanten heeft, zoals crowdfunding, of de kracht die het mensen gaf om te gaan protesteren tijdens de Arabische Lente. Ook sluit ze niet uit dat ze ooit zal zwichten. Voor het zo ver komt, moet er echter nog veel veranderen. ‘Als Facebook meer open source zou zijn, dan zou ik misschien ook wel een account willen. Dat de gebruiker zeggenschap heeft in of het de markt op gaat, of dat er data verzameld wordt. Dan maakt het me ook niet zoveel uit dat mensen foto’s van hun vreten of hun duckface op hun account posten,’ lacht ze. ‘Want laten we wel wezen: het is ook wel een vorm van komedie, hoe narcistisch mensen soms kunnen zijn.’

klaas koetje (56)

Ik hoorde net dat er vanmiddag een opening is van een expositie die alleen op Facebook aangekondigd wordt. Dat soort dingen mis ik dus.’ Aan het woord is kunstenaar en dichter Klaas Koetje, eigenaar van de Primus, een woonboot gelegen op een steenworp afstand van het Groninger Museum. Het is een prachtige biotoop in het hart van Groningen: met verweerde vloerplanken en een lijvige, goed functionerende dieselmotor uit 1947. ‘Mijn grootste probleem met Facebook is dat je iets weggeeft waar geld mee wordt verdiend, zonder dat je daar enige controle over hebt. De eeuwige dooddoener “ik heb niks te verbergen”’ slaat nergens op: je hebt het recht om iets te verbergen. En dat recht geef je weg,’ zegt Koetje terwijl hij kokend water uit een roestige fluitketel in een groezelige thermoskan giet met een sticker van Vera erop, een Gronings poppodium voor alternatieve muziek. Voordat Koetje zich op de kunst toelegde werkte hij een blauwe maandag voor de gerenommeerde Winschoter Courant, een uitgesproken communistisch dagblad. Naar eigen zeggen is hij nooit rood, maar ‘al sinds mensenheugenis’ anarchist geweest. ‘Ik ben aanhanger van de Russische filosoof Peter Kropotkin. Hij geloofde in de vreedzame co-existentie, en dat wederzijdse hulp noodzakelijk is voor het overleven van de mens. Zo ben ik actief in de woonschepenbeweging, en help mensen die in conflict komen met het systeem. Dat doe ik niet door te stemmen, maar ik ga naar het stadhuis waar ik politici aanspreek en ze probeer te overtuigen. Sommigen noemen dat achterkamertjespolitiek, maar ik vind dat juist het mooie van onze democratie: dat die nog zo open is dat zoiets mogelijk is.’ 

‘Die ongewilde penetratie in je privésfeer, dat is gewoon niet in orde’

Klaas Koetje
Koetjes werk bestaat uit proza, poëzie en videokunst. Hoewel hij door zijn Facebookloze bestaan af en toe een expositie mist, valt of staat zijn carrière niet bij de social media. ‘Hoe kom je aan je exposities en aan je vrienden? Door elkaar te ontmoeten. Hoeveel kunstenaars hebben een expositie gekregen omdat ze op Facebook zitten? Ik heb dat nog nooit gehoord,’ zegt Koetje, terwijl hij in zijn rommelige werkkamer met rondslingerende analoge synthesizers en tapedecks een zeven minuten durend filmpje van een slapende jongen laat zien met de titel: A Portret of the Artist As a Young Man – een referentie aan zijn grote held James Joyce. Op het moment is de bescherming van zijn privacy Koetjes voornaamste motivatie om niet te beginnen aan social media. Het begon echter ooit bij de angst om verslaafd te raken. ‘Ik ben een nieuwsjunk, en klik veel dingen aan, of dat nou GeenStijl of De Correspondent is. Op Facebook zou ik waarschijnlijk meer gaan klikken dan goed voor me is. Ik heb wat onafgemaakte romans liggen waar ik verder mee zou moeten, maar ik zit te veel op het internet. Ik ben verslaafd aan die afleiding: voor het internettijdperk zat ik de hele dag Teletekst te checken. Ik zou eigenlijk een hutje op de hei moeten hebben,’ grinnikt hij. ‘Een Primusje op de hei.’ 

koen sijbesma (25)

Het is donker en stil in het boswachtershuis in Apeldoorn. Het enige geluid is afkomstig van de striemende regen tegen de hoge glas-in-loodramen, en een rustgevend, tikkend geluid van de kachel, waar een grote hoop gloeiende kolen in ligt. Koen Sijbesma heeft de gewoonte om een tijdje te zwijgen, naar de kolen te staren en de slapende kat op zijn schoot te aaien voordat hij met lange, wel geformuleerde uiteenzettingen komt. ‘Op Facebook worden er honderden dingen op je afgepompt waar je iets mee moet,’ zegt hij opeens. ‘Net zoals je eet, voed je jezelf ook met informatie. Als je te veel van die digitale ruis tot je neemt, zit je op een gegeven moment vol. Bovendien is niemand immuun voor de schijnrealiteit die ontstaat. Als ik de hele tijd zie hoeveel feestjes er zijn, en hoeveel vrienden anderen hebben, wordt dat automatisch onderdeel van mijn leven – en wil ik dat ook. Ik kies mijn voeding voor de geest dus zorgvuldig. Ik vermijd de dingen die me alleen maar met meer honger achterlaten - of me de sugar high van een like geven.’ Sijbesma studeerde Humanistiek in Utrecht, volgde een theateropleiding en wist met enige mazzel zijn huidige idyllische woonplaats te vinden. Een vrijstaand boswachtershuis op tien minuten fietsafstand van Apeldoorn – met een gigantische tuin en daaromheen de bossen – dat hij samen met zijn vriendin huurt voor weinig geld. Hij werkt als trainingsacteur bij de nabijgelegen politieacademie en heeft een eigen theatercollectief in Utrecht. 

'Ik zie mensen graag zoals ze echt zijn. Dieptepunten horen daar ook bij'

koen sijbesma

Afgezien van zijn vriendin heeft hij weinig mensen om zich heen waar hij zich prettig bij voelt. Een online vriendenbestand van een paar honderd personen vindt hij een krankzinnig idee. ‘Mijn vader heeft ook weinig vrienden. Ik denk dat ik dat van hem heb. Als er geen werkelijke verbinding is dan hoeft het ook niet. Ik denk dat je stam maximaal twaalf mensen groot kan zijn, dan houdt het wel op. Dat is het neppe van Facebook: dat je al die mensen als vrienden bestempelt, terwijl je eigenlijk geen flauw idee hebt wie ze zijn.’ Zijn volgende zin wordt onderbroken door de huistelefoon die gaat. Hij gooit de kat, die luid kermend protesteert, van zijn schoot, loopt naar de telefoon en neemt op. Na het zeggen van zijn naam klinkt aan de andere kant van de lijn een hyperactieve monoloog van een vrouwelijke telemarketeer. Als ze uitgesproken is serveert hij haar vriendelijk doch dringend af, en hangt op. ‘Typisch weer zo iemand met onoprechte intenties,’ zegt hij terwijl hij terug sjokt naar zijn zetel bij de kachel. Oprechtheid en authenticiteit zijn terugkerende elementen in zijn verhaal – kernwaarden die voor hem haaks staan op een Facebookbestaan. ‘Mensen posten altijd de hoogtepunten. Het supertoffe feestje, de prachtige vakantie, de overwinningen. Als je de hele dag op Facebook zit en mensen alleen maar piekmomenten ziet posten, word je opgefokt om hetzelfde te doen. Zo wordt een beeld van iemand gecreëerd dat totaal niet correspondeert met de werkelijkheid. Ik zie mensen graag zoals ze echt zijn. Dieptepunten horen daar ook bij.’

beyond my walls

Dinsdag, NPO 2, 23.00-0.00 uur
 
‘Ik ben vrienden met mijn moeder op Facebook… Maar niet in het echt,’ zegt Neske Beks terwijl ze net – zonder succes – heeft getracht haar zoon over te halen haar te ontvrienden voor haar nieuwe film Beyond My Walls. ‘Het is toch leuk voor mijn film als ik zie hoe je mij ontvriendt?’ Probeert ze nog een laatste keer. ‘Neehee!,’ antwoordt haar zoon terwijl hij zijn kamer in vlucht, uit het zicht van haar camera. ‘Het wordt dan zo’n heel groot ding en daar heb ik geen zin in.’ Beks – schrijfster, performancekunstenaar en filmmaker – is naar eigen zeggen hopeloos verslaafd aan Facebook. Haar essayistische film gaat over haar queeste naar verbinding en contact, die tegenwoordig onlosmakelijk verbonden lijkt te zijn met social media. Althans, voor de meesten, want als je goed zoekt zijn er nog enkelen te vinden die er niks mee te maken willen hebben. We reisden het land af voor de verhalen van een paar Facebookweigeraars – een uitstervende soort.
 
Aansluitend op NPO Doc: De hoofdpersoon met regisseur Neske Beks