Argos, altijd gespitst op een misstand, ging kijken hoe de gemeente Zaanstad zich voorbereidt op haar nieuwe verantwoordelijkheid voor de zorg.

Argos
NPO Radio 1, 14.00-15.00 uur
‘Nederland verandert, de zorg verandert mee’. U heeft ze de afgelopen periode vast voorbij zien komen, de spotjes die ons duidelijk moeten maken dat er vanaf januari 2015 het een en ander gaat veranderen. ‘Zorg en ondersteuning worden meer op maat gemaakt en we houden het betaalbaar’ luidt de boodschap. Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Dit laatste moet volgens de spotjes ‘met wat hulp van de buren, familie en vrienden. En waar zij niet meer kunnen helpen, zorgen professionals en gemeente voor aanvullende ondersteuning’. Dit klinkt ideaal. Alleen gaat het wel uit van het idee dat iedereen zulke buren, vrienden en familie in de buurt heeft. Ondertussen lezen en horen we over thuiszorgorganisaties die vrezen voor hun voortbestaan en massaontslag. Ouderen die bezorgd zijn dat zij straks niet meer een verzorgingstehuis in mogen en verschillende zorginstanties en critici die waarschuwen dat probleemjongeren straks tussen wal en schip raken. De doemscenario’s buitelen over elkaar heen.
Een paar maanden voor de deadline wilde onderzoeksjournalist Irene Houthuijs van Argos weten wat de stand van zaken is. Haar uitgangspunt voor deze lange uitzending: hoe bereiden gemeentes zich voor op de decentralisatie? Op zoek naar een gemeente waar ze een kijkje in de keuken mocht nemen bleken ze tot haar verrassing allemaal erg welwillend te zijn. Trots wilden ze laten zien hoe ver ze al waren en hoe goed het gaat. Haar keuze viel op Zaanstad, vooral door de zeer actieve Jeroen Olthof, de wethouder Jeugd en Zorg. Ze volgde hem vier maanden lang op de voet. Ze ging mee op werkbezoeken, was aanwezig bij stafvergaderingen, overal mocht ze bij zijn.
Anders dan je door de berichtgeving zou verwachten werd de decentralisatie in Zaanstad voortvarend aangepakt; men bleek er zelfs voor te lopen op andere gemeentes. Als kritische journalist werd Houthuijs enigszins argwanend: ‘Toen dacht ik even: Is dit representatief? Ben ik wel bij de goede gemeente? Wat heb ik hier dan nog als journalist te zoeken? Maar het was ook wel verfrissend om in een gemeente te kijken waar het goed gaat. Ze konden vertellen waar de problemen lagen, wat moeilijk was.’ Van ‘wat is de stand van zaken en gaat dit wel goed’ werd de vraag ‘waarom gaat het zo goed in Zaanstad?’ en ‘kunnen andere gemeentes hier wat van leren?’

Natuurlijk is het hele idee van decentralisatie niet alleen maar een ideologische uitgangspunt. Het is ook gewoon een bezuinigingsmaatregel. Feit blijft dat na 1 januari veel minder geld beschikbaar is en dus veel minder kan. Hoe gaat Zaanstad daarmee om? Op het moment van spreken was Houthuijs nog volop bezig, of er alsnog (grote) dingen mis gaan moet nog blijken.