Jaarlijks worden in Nederland ongeveer driehonderd kinderen geboren met het syndroom van Down. Dat zijn er op het totale babyaantal (zo’n 180.000) weinig, maar Atsma denkt dat die cijfers nog verder terug zullen lopen. In de nabije toekomst kunnen zwangere vrouwen hun baby namelijk laten screenen op genetische afwijkingen. Deze zogeheten NIPT (Niet Invasieve Prenatale Test) is in Denemarken al enige tijd een ‘succes’: vorig jaar werden daar nog maar 23 kinderen geboren met Down.
Barry Atsma weet dankzij zijn broer al best veel over het downsyndroom, maar merkt dat er nog veel te leren valt.
Down voor dummies
Nederland 1, 22.15-22.55 uur
‘Het gaat over liefde, over je dromen, over wat je wilt bereiken,’ vertelt Barry Atsma over zijn nieuwe docuserie Down voor dummies, waarin hij het leven van Lize, Sara en Britt volgt. Drie jonge vrouwen met het syndroom van Down, die net als iedereen worstelen met wonen, werk en liefde. ‘Dat zijn thema’s die voor iedereen herkenbaar zijn en die je op een heel pure manier terugziet, want deze meiden hebben geen sociaal masker. Ze zijn onbevangen. Dat is denk ik ook de kracht van dit programma: het is zonder opsmuk. We maken het niet bijzonderder of gewoner van het is.’
Atsma, wiens oudere broer Rimmert ook het syndroom heeft, wil met Down voor dummies echter geen pamflet tegen de NIP-test maken, vertelt hij. ‘Het is eigenlijk een ode aan downers: wat houdt het leven voor hen in? En dat is niet allemaal rooskleurig, dat laten we ook zien.’ Atsma is daarin net zo goed een dummy, met zijn eigen (voor-) oordelen en dat levert eerlijke gesprekken op waarin de meiden hem net zo goed bevragen als andersom. Bijvoorbeeld over het feit dat hij zijn broer ‘mongooltje’ noemt. ‘Dat is in ons gezin het woord, maar voor hen een scheldwoord. Daar hebben we het ook over. We hebben hele open gesprekken, bijvoorbeeld over seksualiteit. Dat vinden mensen vaak raar om te horen, maar natuurlijk hebben zij dat ook.’
‘Ik beleefde mijn broer altijd als heel rumoerig, fantasierijk. Dat uitte zich in de hele dag verkleedpartijen en dat vond ik geweldig,’ vertelt de acteur over de relatie met zijn oudere broer. ‘Rimmert had geen remmingen. Hij was een aandachtsmagneet. Ik nam hem mee naar feestjes en als er niemand danste, ging Rimmert de vloer op. Ik vond het ook leerzaam, ik keek naar mensen als ze met Rimmert praatten. Luister je wel echt, of doe je maar alsof? Ik ben daar wel door gevormd, sta daardoor meer open voor mensen en kansen.’
De acteur kijkt inmiddels anders tegen zijn broer aan. ‘Je ziet Lize, Sara en Britt echt vechten voor zelfstandigheid. Toen dacht ik: fuck, dat doen wij ook. Wij bepalen voor hem wat wel en niet kan. Rimmert wil bijvoorbeeld dat hij altijd dezelfde winterjas aan, ook nu. Dan is het van “nee, verdomme, nu je zomerjas aan”. Daar overvleugelen we hem in en ik heb geleerd dan een stapje terug te doen.’
Rimmert wordt in ieder geval nog voor elk feestje uitgenodigd. ‘Ik neem hem nog steeds mee naar premières, dat vindt hij geweldig.’ Atsma lacht. ‘Hij vindt het ook gewoon leuk om beroemd te zijn.’