Tekst: Jonathan Maas
sunny's tentgesprekken
Hoe meer je je verdiept in seks, des te diffuser het wordt, ondervindt documentairemaakster Sunny Bergman. Hoe mannen niet altijd zin hebben en hoe sommigen niet homo zijn maar homo doen.
Zijn mannen wel van die dominante dekhengsten die altijd zin hebben en er bovenop duiken? Uit de gesprekken die Bergman voert met mannen in de aflevering ‘Mannelijke onzekerheden’ blijkt van niet. We zien een Engels jong stel verliefd in elkaar verstrengeld in de tent liggen. De jongen vertelt over zijn falende erecties en hoe boos hij is op zijn piemel als die op het moment suprême dienst weigert. Dat het niets te maken heeft met of hij wel of niet opgewonden is, en ook niets afdoet aan de aantrekkelijkheid van zijn vriendin. Bij haar wil dat er niet in. Zij wordt er onzeker van en trekt het zich persoonlijk aan.
Hokje hetero, hokje homo
‘Het is ingewikkeld om man te zijn,’ zegt Bergman, onderuitgezakt op de bank in de montageruimte. ‘Vrouwen verwachten dat mannen dominant en daadkrachtig zijn. Maar er zijn ook mannen die het juist fijn vinden om gedomineerd te worden. En ik heb vrouwen geïnterviewd uit bijvoorbeeld de queer scene die het leuk vinden om te domineren.’ De Rutger die moeilijk klaarkomt, geeft aan nogal feministisch te zijn opgevoed. Zijn moeder ramde erin dat hij vooral op het plezier van het meisje gericht moest zijn: ‘lief zijn voor haar.’ Daardoor lukt hem nu niet om zich over te geven en zich op zijn eigen plezier te concentreren.
‘Ik heb met de tachtig tentinterviews die ik nu heb gedaan geen enkel patroon kunnen ontdekken,’ concludeert Bergman. ‘Behalve dat hoe meer je er over praat en je er in verdiept, des te diffuser en individueler het wordt.’ Het probleem is dat we overal hokjes van willen maken, stelt ze. Hokjes met een vastomlijnd beeld van mannelijke mannen en vrouwelijke vrouwen; hokje hetero, hokje homo. Wel zo overzichtelijk, maar de realiteit is soms vloeibaar en lang niet iedereen past in zo’n hokje. De aflevering ‘Gender bending’ gaat daar met name over.
‘Wij dachten hier in Nederland dat we het eerste land ter wereld waren met een homohuwelijk,’ schampert Bergman. ‘Maar huwelijken tussen vrouwen kwamen in sommige Afrikaanse landen eeuwen geleden al voor, voor de komst van het christendom. Onder invloed van monotheïstische godsdiensten hield het ineens op met de tolerantie.’ Veel mensen hebben van nature vloeibare voorkeuren. In Suriname doen vrouwen aan mati’werk, beschrijft Bergman in haar boek Sletvrees. Die term staat voor seks met vrouwen. Surinaamse vrouwen zeggen niet ‘ik ben mati,’ maar ‘ik doe mati’. Ofwel: je identificeert je daar niet met je seksuele handelingen. Bergman: ‘Seksualiteit als identiteitspolitiek is misschien wel het beste westerse exportproduct.’ Zelf ervoer ze toen ze in Oeganda was hoe normaal het was wanneer vrouwen aan elkaars schaamlippen trekken. Dat wordt daar niet als seksueel ervaren, ook al voelt het wel lekker, maar ja… ‘als iemand door je haren strijkt is dat ook lekker.’ Er valt wat voor die benadering te zeggen, vindt Bergman. ‘Seksualiteit wordt zo minder beladen. Op het moment dat de wereld voor je open ligt, vol mogelijkheden, wordt het een stuk leuker en ga je anders met dingen om. Hier in Nederland doe je niet homo, je bent het meteen.’
Penetreren en gepenetreerd worden
‘Ik dacht zelf altijd dat homo/hetero een universeel categorisatiemodel was,’ geeft Bergman toe. ‘Maar de Grieken hadden als categorisatiemodel: penetreren en gepenetreerd worden. De mensen die penetreerden waren mannen, degene die gepenetreerd werden slaven, jongens of vrouwen. Verder liep alles dwars door elkaar heen, mannen en vrouwen. Een heel ander model. Interessant, want de manier waarop je de wereld indeelt bepaalt hoe je de wereld ziet. Ik ben feminist en maak als vrouw documentaires vanuit mijn eigen verwondering en betrokkenheid. Een bepaald geluid hoor ik nauwelijks in andere media, en dan gaat me met name om kwetsbaarheid. Zeker onder mannen is het toch vaak opscheppen.’ Een voorbeeld. Laatst hoorde ze twee jongens in de bus, de een tien, de ander twaalf. ‘Het ene jongetje vroeg het andere: masturbeer jij al? Zijn antwoord: nee joh, eeew. Waarop de ander zei: nee joh, je snapt het niet, het is juist stom als je het niet doet.’ Veelzeggend, vindt Bergman. ‘Meisjes zouden nooit zo openlijk opscheppen over masturbatie en klaarkomen. Voor meisjes is het niet iets stoers, geen rite of passage, maar iets wat je privé houdt.’
Bergman wil de boel open breken; mensen op nieuwe gedachten wijzen, in de hoop dat ze hun vooronderstellingen opnieuw onder de loep nemen. ‘Stereotypen zijn een imprint van onze vroege seksuele opvoeding,’ zegt ze. ‘Onze hersenen vormen zich naar de verwachtingen in de samenleving en naar repeterend gedrag. Hoe je jong gesocialiseerd wordt is van blijvende invloed op je seksualiteit, daar kom je heel slecht vanaf. Duidelijke rolpatronen kunnen als een gevangenschap worden ervaren, dat geldt voor mannen net zozeer als voor vrouwen. Een paar jongens vertelden mij dat ze wel eens seks hadden met meisjes omdat dit nu eenmaal van hen wordt verwacht. Als jongen moet je maar altijd zin hebben.’