De Amerikaanse schilder Kehinde Wiley plaatst zwarte modellen in een blanke context.

Close Up
Donderdag, nederland 2, 23.00-23.55 uur

‘Sooo nice!’
‘Awesome!’
‘O my god, that is like so sick!’
Treisha, Kahlidiah, Ena, Candice, Dacia, Kancou en Shantavia zijn door het dolle heen. Voorafgaand aan de opening van Kehinde Wiley’s expositie An Economy of Grace mogen zijn modellen alvast even kijken hoe ze geportretteerd zijn. Daar hangen ze: levensgroot, in elegante jurken en omringd door bloemen.

Wie goed naar de schilderijen kijkt, merkt dat verschillende van deze zwarte dames tatoeages hebben: een roos op een arm, sterretjes in de hals, het woord sexy op een hand. Wiley plukte zijn modellen van de straat in Harlem, New York. De meesten hebben nog nooit een museum gezien, laat staan een peperduur portret van zichzelf. ‘Dat ben ik!’, zucht een van de vrouwen trots. Een ander bekent, giechelend: ‘Ik ben verliefd op mezelf.’

Voor An Economy of Grace werkte Wiley samen met haute-couturehuis Givenchy, waarmee hij de jurken ontwierp voor zijn modellen. Om aan het eind van de documentaire Zwarte schoonheid die over het project werd gemaakt te concluderen: ‘Je hebt niet noodzakelijkerwijs Givenchy nodig om koninklijk te worden. Veel van deze vrouwen stralen uit: ik besta.’
Kehinde Wiley (1977), zoon van een Ghanese vader en een Texaanse moeder, groeide op in een niet al te beste hoek van Los Angeles. Hij is een groot liefhebber van het Louvre en baseert zijn werk op klassieke schilderijen. An Economy of Grace is het eerste project waarvoor hij zwarte vrouwen schilderde; eerder waren het altijd zwarte mannen. Uit New York bijvoorbeeld, maar Wiley ging ook naar onder meer Brazilië, India en Nigeria om zijn modellen te scouten. Steeds met als doel het zwarte lichaam op een andere, positievere manier te laten zien dan we gewend zijn.
Het resultaat is sierlijk en treffend. Maar de populaire kunstenaar – een Wiley ‘doet’ soms tonnen – krijgt ook kritiek te verduren: zijn werk zou kitscherig zijn en mechanisch. Daar kun je je ook wel weer iets bij voorstellen, zeker als je Wiley aan het werk ziet in zijn Chinese studio. Een heel team assistenten schildert daar de gebloemde achtergrondjes van de schilderijen.