Het uur van de wolf
Nederland 2, 23.00-0.30 uur
Iedere tv-kijker in de jaren zeventig kende zijn portretten van BN’ers voor het NOS-journaal. Maar wie was de man achter de fotocamera?
De roerende film die David de Jongh maakte over zijn vader (op www.foto-eddy.nl zijn nog uren restmateriaal te vinden) laat er geen twijfel over bestaan dat De Jongh senior (1920-2002) zeven levens in één leefde. Om een spannende panoramafoto op en van de Eiffeltoren te kunnen maken klom Eddy – volgens vriend(inn)en professioneel onhandig – even over een balustrade van de oude wenteltrap. Daar balanceerde hij, die leed aan hoogtevrees, op een stalen balk van circa dertig centimeter breed en drukte af. Was hij Eddy Zonder Vrees? Eddy Vakidioot? Eddy Vlaag van Verstandsverbijstering?
Dat alles, ja, en niets van dat alles, nee. Want: die oorlog. Altijd weer die verdomde oorlog. Als Joodse jongeman was Eddy de Jongh ternauwernood ontsnapt aan deportatie. Na de doodskopjaren 1939-1945 had hij vrijwel geen familie meer over. Alleen de vrijheid, en daarvan ineens heel, héél veel. Van die vrijheid loopt het rijkelijk met fraai archiefmateriaal besprenkelde Foto-Eddy – de negatieven van mijn vader bijkans over. Het avontuurlijke onderweg dat lonkte. In een Kever springen met kameraad en Magnum-fotograaf Kryn Taconis, op naar Frankrijk, de Mediterranée, Italië. Leven van en met wat voorbijkomt. Carpe diem.
Eddy was jazz. En hield waarschijnlijk van niets zo oprecht veel als van vrouwen. En vrouwen van hem. Of zoals een van hen het verwoordt: ‘Bij elk opwaaiend zomerjurkje gingen de hormonen alweer de bolero dansen.’
Vijf huwelijken, meerdere kinderen. De alcohol, die zijn verwoestende brandstof werd. Jarenlang opdrachtfotografie voor onder andere Vrij Nederland. (De fameuze Bibeb-interviews? Foto: Eddy de Jongh.) Duizenden portret- en gebouwenfoto’s voor het NOS-journaal. En, onbekend voor de meesten en goeddeels vergeten in mappen, dat prachtige, levendige reportagewerk. Antithese tot zijn schijnbaar achteloos geschoten ‘pasfoto’s’ van bekende Nederlanders. Bijna lijken het twee verschillende fotografen, zo fors is het contrast.
‘Wat als vroeger voor altijd kapot is?’ Dat bijschrift zou Foto-Eddy passen. Desondanks spaart David de Jongh zijn vader niet, noch doen de diverse geïnterviewden dat. Geen vals sentiment hier. Niettemin keert één ding elkens terug: de glimlach van affectie voor die onvoorspelbare, innemende, gelittekende en kwetsbare kwajongen wiens leven een permanente vlucht naar voren was.