Scenarist en vertaler Pieter van Oudheusden heeft het Nederlandse beeldverhaal verrijkt met poëtische verhalen. Hij overleed in november, 56 jaar oud, aan de gevolgen van een hersentumor. Michael Minneboo sprak hem kort voor zijn dood.

Filmlab: Ik
zondag, Nederland 2, 1.00-1.30 uur

‘Iedereen leeft in zijn eigen fictie en gebruikt die om het leven draaglijk te maken. Schrijven is voor mij een vlucht voor de dingen die je niet kunt beheersen en die zijn er natuurlijk in ieder mensenleven. Je kunt hoog en laag springen, maar op een gegeven moment ben je echt het haasje. In de tussentijd hou je het leven draaglijk door elkaar verhalen te vertellen.’ Aldus Pieter van Oudheusden, toen ik hem in 2010 interviewde naar aanleiding van De wraak van Baka­mé, een vuistdikke striproman die hij samen met tekenaar Jeroen Janssen maakte, daartoe geïnspireerd door Afrikaanse volksverhalen.
In september 2012 werd bij Van Oudheusden een hersentumor gevonden. Vrijwel meteen werd hij geopereerd en bestraald. Die behandelingen en de grote invloed die de tumor had op zijn functioneren en persoonlijkheid werden vastgelegd in de documentaire Ik van Jona Honer, bekroond met de vpro-documentaireprijs voor beste eindexamenfilm.
In Ik wordt Van Oudheusden belicht als anonieme patiënt, over de mens en zijn carrière komt de kijker niets te weten. Dat zetten we nu even recht.
 

Pieter van Oudheusden met zijn vrouw

melancholie

Van Oudheusdens verhalen bevatten vaak een melancholieke ondertoon. Die komt duidelijk naar voren in de reeks korte strips Liefde & verraad die hij met Fred Marschall in de jaren tachtig voor het stripblad Titanic maakte, en in het album Een nachtegaal in de stad (1999). In deze verhalen leidt de liefde vooral tot teleurstellingen. ‘Er zit inderdaad relatief veel melancholie in mijn verhalen. Het enige wat ik daarvoor ter verklaring heb is dat dit blijkbaar de manier is waarop ik tegen het bestaan aankijk. Eigenlijk is dat wel gek, want het houdt geen verband met mijn dagelijkse realiteit. Ik ben bijvoorbeeld al 35 jaar met dezelfde vrouw, dus waarom ik per se de verhalen vertel over slecht aflopende liefdesrelaties snap ik zelf ook niet goed.’

In het korte verhaal Comeback (2002), getekend door Kim Duchateau en gepubliceerd in Zone 5300, duikt een oude vrouw in het zwembad. Ze zwemt steeds dieper, onderwijl wordt ze langzaamaan jonger. Zich vasthoudend aan een manta komt ze bij een grot terecht waar ze steeds verder in zwemt. Vervolgens wordt ze als baby herboren. Het verhaal is een mooi voorbeeld van Van Oudheusdens filosofische inslag en hang naar surrealistische en magische vertellingen. ‘Dit verhaal vertelt over een handeling die tegenstrijdig en toch ook hetzelfde is. Oud en jong, doodgaan en opnieuw geboren worden. Beter kan ik het niet uitleggen. Ik zat te worstelen met het idee dat de tijd ingehaald moest worden. In de trein van Antwerpen naar Gent kwam een hoogzwangere mevrouw binnenlopen. Dat was de sleutel die ik nodig had om het verhaal af te schrijven.’ Met reïncarnatie heeft Comeback niets te maken, daar geloofde Van Oudheusden niet in: ‘Het staat voor mij vast dat er na het leven niets meer is. Dat is een grote troost, mag ik wel zeggen, want dan hoef je je daar in ieder geval geen zorgen over te maken,’ zei hij lachend. ‘Ik weet nog dat Bernlef vlak na mijn operatie overleed. Die was 75 geworden. Ik dacht toen: of je nu nog twee of twintig jaar te gaan hebt, zoveel stelt het niet voor. Die tijd is zo voorbij.’

Comeback, getekend door Kim Duchateau, gepubliceerd in Zone 5300, winter 2002

eigenheid

Als scenarist en redacteur heeft Van Oudheusden aan verschillende striptijdschriften gewerkt, zoals Titanic, Stripschrift en Zone 5300. Hij schreef recensies en sprak met veel stripmakers en kunstenaars: ‘Het interview met schrijver A. Moonen is me het beste bijgebleven. Alles aan die man was merkwaardig. Hij had overal groot commentaar op. Ik weet nog dat hij allerlei problemen had met zijn flat en de eigenaren en... sorry, hier laat mijn geheugen me even in de steek.’
In 2010 vertelde Van Oudheusden dat hij eigenheid het belangrijkste bij het schrijven vindt. ‘Fransen hebben het mooie woord vécu: ervaren, aan den lijve ondervonden. Je moet altijd je eigen werkelijkheid je scenario intrekken. Niet afgaan op dingen die anderen gezien hebben, maar die je zelf gezien hebt. Toen ik ooit Joost Swarte interviewde zei hij dat als iets kwaliteit heeft het altijd komt bovendrijven. Als je altijd je eigen ding blijft doen, komen mensen naar je toe om wat jij kunt. Als je andermans kunstje nadoet, dan zullen ze nooit naar jou toekomen maar naar die ander gaan.’
Wie zijn werk leest, weet dat Van Oudheusden die raad ter harte heeft genomen. Op 11 november overleed hij aan de gevolgen van zijn hersentumor.