Regisseur Britta Hosman over Broers en zussen: ‘We hebben gezocht naar familie van beroemdheden die nog leven, en iemand moest meer zijn dan alleen familie van, maar zelf ook een verhaal hebben. En we wilden grote namen. Dat is allemaal gelukt. We kunnen zo een tweede reeks maken, we zijn al nieuwe kandidaten op het spoor: de broer van prinses Diana, die ditmaal geen tijd had, de zus van Fidel Castro, die spionne werd voor de cia en tegen haar broer vocht in de Cubaanse revolutie, en de zus van Marilyn Monroe, die stok- en stokoud is. Er waren ook mensen die niet wilden. De zus van Máxima bijvoorbeeld schreef ons een heel lief briefje dat ze nooit zulke goede ervaringen had met pers. En de broer van Johnny Depp wilde niet in beeld komen als de broer van. En de broer van Bin Laden heeft tot op heden niet gereageerd... misschien hebben we daar nog een kansje, ik weet het niet.
Hoe is het om de broer of zus te zijn van een wereldster, een icoon? Britta Hosman laat het zien in de VPRO-serie Broers en zussen.
Niet alles wat ze ons in die vier dagen vertelden, paste in de uitzending. Zoals het verhaal over Dolly’s bunker, dat haar zus Stella vertelde. Dolly Parton bezit zo’n 35 huizen wereldwijd. Ze heeft ook de hut gekocht waar ze is opgegroeid met haar elf broers en zussen, in diepe armoede en haast middeleeuwse omstandigheden. Plus nog wat huizen daar in de omgeving. Onder een daarvan heeft ze een bunker laten bouwen, voor als het ooit misgaat in de wereld. Dan kan de hele familie Parton daarin schuilen.
Voor de aflevering over de broer van Barack Obama hebben we in Kenia gedraaid, in een gigantische sloppenwijk in Nairobi waar George Obama woont. In de shack van George hangt een foto van vader Obama; hij en Barack hebben niet alleen dezelfde Afrikaanse vader, maar ook dezelfde oma, tantes – Afrika zit in de genen en de ziel van Obama.
In Marrakesh hebben we de Bransons gefilmd, die een sterke band hebben met die stad en Marokko, dat ze beschouwen als de link tussen de westerse en islamitische wereld. Ze zijn er zeer gezien; zowel Richard als zij hebben er hotels opgezet. We hebben ook hun moeder ontmoet. Die is nu 93. De Bransons zijn echt upper class, maar ze zijn niet snobistisch. Er zat geen wrijving of ongezelligheid bij, viel me op. De moeder was een heel avontuurlijke vrouw, die haar kinderen vrij liet. En hun vader was zo’n man die elke ochtend zei: nou jongens, weer een geweldige nieuwe dag! Zo’n opvoeding heeft zijn invloed.’