Anders dan de middeleeuwer, die zich er voortdurend van bewust was dat
zijn leven geheel in Gods hand lag en dat het om vooralsnog onbegrijpelijke redenen in dit aardse tranendal op ieder moment met hem afgelopen kon zijn, heeft de hedendaagse westerling de regie over zijn bestaan stevig in eigen hand genomen. Dankzij onderwijs en wetenschap, gezondheidszorg en technologie heeft de illusie postgevat dat het leven geheel van eigen makelij is en het bestaan zich naar eigen goeddunken laat uitstippelen. Kortom, het lot in eigen hand. In elk geval leven we inmiddels veel langer, zorgelozer en zelfbewuster dan onze voorouders.
Dat in het moderne bestaan een onbeheersbare factor genaamd toeval, in het ergste geval stom, zuiver toeval, een veel grotere rol speelt dan je geneigd bent te geloven of toe te geven, wordt pas duidelijk als het leven opeens aan een zijden draadje hangt of als dit draadje – tsjak – wordt doorgeknipt. Denk aan de man die om een triviale reden (verslapen, file, paspoort vergeten) zijn vliegtuig mist dat vervolgens in zee stort – nul overlevenden, althans één, wiens kijk op het bestaan daardoor danig wordt opgeschud. De lijst voorbeelden zonder zinnige verklaring voor die fatale of juist gelukkige afloop is eindeloos. Waarom vinden schuldeloze, nietsvermoedende mensen opeens de dood, waarom wordt de ene passant tijdens een storm door een omvallende boom gedood en de ander rakelings gemist? Toeval. Ineens worden betrokkenen of nabestaanden bepaald bij de nietigheid van het bestaan, en daarmee bij het toeval, voorheen de voorzienigheid. Noodlottig toeval gaat het menselijk begrip te boven en leidt hooguit tot ogenschijnlijk berustende frasen als ‘het heeft zo moeten zijn’ of ‘als het je tijd is, dan ga je’. Met dodelijk toeval valt haast niet te leven, maar het fascineert, omdat het iedereen kan overkomen.