Kennis is macht, dat wisten beleggers twee eeuwen geleden al. Nathan de Rothschild wist in 1815 steenrijk te worden door gebruik te maken van de meest geavanceerde communicatietechnologie van zijn tijd: de postduif. De rest koerierde nog te paard, de slome duikelaars. Hij was daardoor de eerste in Londen die wist dat Napoleon de Slag bij Waterloo had verloren, waarna hij zich massaal inkocht in de Engelse staatsfondsen die even later in waarde stegen. Het verhaal is in de loop der tijd door de antisemitische propaganda wel wat aangedikt. Maar de les is helder: wie rijk wil worden, moet slim zijn. En vooral snel. Dat geldt nu net zo goed. Het enige verschil is dat Rothschild een voorsprong van een dag had, terwijl de handelaren van nu elkaar verslaan op de milliseconde. Op dit moment verdringen de handelskantoren zich rond een nieuwe technologie: communiceren via een microwave in plaats van door de glasvezelkabel. Licht reist namelijk sneller door lucht dan door glasvezel. Handelskantoren die willen meedoen, moeten heel wat miljoenen neerleggen. Maar dan kunnen ze wel een signaal van Frankfurt naar Londen en terug sturen binnen 4,6 milliseconde. De rest heeft daar nog 8,35 milliseconde voor nodig. De handel is daarmee zo snel en zo hi-tech geworden dat mensen er niet veel meer te zoeken hebben.
Tegenwoordig vindt de meeste beurshandel plaats tussen computers die elkaar te slim – en vooral te snel – af proberen te zijn. Wat betekent dat voor de gewone-mensen-economie?
Algoritmes
Welkom in een wereld waarin de handel is overgenomen door de machines. Ze maken niet alleen de berekeningen, ze nemen ook de beslissingen. Algorithmic trading heet deze praktijk, die de afgelopen jaren het hele financiële systeem heeft veroverd. Van het kleinste investeringsfonds tot de grootste bank: het zijn computercodes, de algoritmes, die de handel drijven. Complexe programma’s analyseren omzetcijfers, overheidspublicaties en andere financiële data om zo interessante investeringskansen te ontdekken.
Een deel van de algoritmes heeft speciaal als doel om te profiteren van minieme prijsverschillen en schommelingen op de beurs. Dit heet high-frequency trading. Tegenlicht besteedt er opnieuw aandacht aan. De ouderwetse tussenhandelaren die kopers en verkopers met elkaar verbonden, zijn vervangen door algoritmes die permanent de beurzen afscannen op zoek naar prijsverschillen. Doordat ze op een massale schaal opereren en duizenden biedingen per seconde doen, kunnen ze megawinsten maken – en soms megaverliezen. Een derde tot de helft van alle financiële activiteit in Europa, en meer dan de helft van de handel in de VS, komt voor rekening van deze flitshandelaren, beter gezegd: hun computers.
Voor de beurs heeft dat voordelen, zegt Albert Menkveld, hoogleraar Financiële economie aan de Vrije Universiteit en verbonden aan de Duisenberg School of Finance. ‘Wat deze high-frequency traders eigenlijk doen, is kopers aan elkaar knopen, tegen zo gunstig mogelijke prijzen. Het zijn puur liquiditeitsverschaffers. Transactiekosten zijn daardoor heel laag geworden.’ En terwijl een investeerder vroeger een broker moest bellen om een transactie te doen, wat een paar uur of soms zelfs een paar dagen kostte, kan hij nu zelf op de computer invullen wat hij wanneer wil doen. Tot op de milliseconde.
Maar er zijn ook nadelen. ‘Stel, een pensioenfonds besluit dat het een heleboel aandelen olie van de hand wil doen. Dat doet het natuurlijk niet in één keer, want dat drukt de prijs. Een fonds hakt het in stukjes en verkoopt het in de loop van de dag. Als ik er als handelaar van zou weten, kan ik heel hard meeverkopen, zodat de prijs nog harder daalt, en dan draai ik het ’s middags om en ga ik heel hard kopen, zodat ik geld verdien. De machines van nu pikken dit soort signalen heel snel op. Het gevolg daarvan is dat zo’n pensioenfonds veel geld misloopt. Hoeveel, dat is heel moeilijk te zeggen. Eigenlijk weet niemand dat.”
Roofhandel
Dus terwijl de ene investeerder complexe algoritmes gebruikt om dit soort grote aankopen in stukjes te hakken en zo verborgen te houden, zijn andere algoritmes juist volledig gericht op het kraken van deze codes. Predatory trading, heet dat, roofhandel. De financiële markten zijn het strijdtoneel geworden van computerprogramma’s die elkaar allemaal te slim af willen zijn. De programma’s voeren per seconde duizenden biedingen uit, die voordat ze ergens opgemerkt kunnen worden, ook weer worden ingetrokken, allemaal om in de hele markt bied- en vraagprijzen af te tasten. Vijftien jaar geleden werden er in de hele markt duizend biedingen per seconde gedaan. Vandaag zijn het er twee miljoen per seconde.
‘Je kunt je afvragen hoe nuttig dit is in bredere zin,’ zegt Menkveld. ‘Alle knappe koppen gaan naar dit soort bedrijven om algoritmes te maken om daarmee elkaar te beconcurreren op milliseconden. Al die kennis zou ook gestopt kunnen worden in medisch onderzoek, om maar wat te noemen.’ Meedoen met deze technologische wapenwedloop kost een bedrijf 25 miljoen euro per jaar aan investeringen. Bedrijven moeten mee, want tweede zijn telt niet in deze markt.
Door de snelheid en de complexiteit zijn de financiële markten een zelfsturend systeem geworden dat automatisch op fluctuaties reageert die het zelf veroorzaakt. Kleine gebeurtenissen kunnen leiden tot grote gevolgen. Berucht is de flash crash van 6 mei 2010, waarin de Dow Jones in een paar minuten tijd 573 punten instortte. Niemand deed het met opzet, het was een reactie van algoritmes op elkaar.
Na twintig minuten waren de koersen weer terug op het oude niveau. Voor sommige investeerders was het echter rampzalig. Bijvoorbeeld omdat ze – ook weer geautomatiseerde – systemen hadden die voor de zekerheid alles direct verkopen wanneer een bepaalde koers te snel daalt. Uiterlijk leek er niets veranderd, maar talloze aandelen waren van eigenaar gewisseld. Een strop voor vele mensen. ‘Dit soort crashes lijkt wel frequenter te worden,’ zegt Menkveld. ‘Dat kan heel gevaarlijk zijn voor institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, en ook voor individuele beleggers.’
Crimineel
De snelheid maakt het bovendien mogelijk om misbruik goed te verstoppen. Op 24 september jl. zagen we daar een voorbeeld van. Op die dag besloot de Fed, de Amerikaanse centrale bank, onverwachts om nog meer obligaties op te kopen, waarna de koersen – vooral van goud – direct omhoog knalden. Het nieuws werd exact om twee uur in de middag vrijgegeven, afgestemd op de atoomklok. Twee milliseconden later werden er door een algoritme in Chicago al massaal opties op goud aangekocht. Echter: het elektrische signaal van de Fed heeft minstens zeven milliseconden nodig om überhaupt in Chicago aan te komen. Conclusie: Het programma had de informatie dus vijf milliseconden te vroeg en wist met die voorkennis misschien wel miljoenen te verdienen.
Omdat de markt intussen afhankelijk is van de activiteit van de high-frequency traders, worden ze gepaaid en bevoordeeld door de verschillende beurzen en netwerken waar de handel zich afspeelt. En daarmee wordt het gewoon crimineel, vindt Eric Scott Hunsader, die met zijn bedrijf Nanex financiële data levert. ‘Heel veel dingen mogen volgens de regels niet. De high-frequency traders krijgen informatie van de beurs vaak eerder dan andere investeerders. Toch wordt het getolereerd.’
Dat ze de markt efficiënter maken, betwist hij. ‘Een groot deel van de high-frequency traders richt zich op markten die al heel liquide zijn. Het is omgekeerd, de handel schraapt van elke cent winst een deel af. In de hele maatschappij heeft de computer ervoor gezorgd dat kosten worden bespaard en de wereld transparanter werd. Behalve op de financiële markt.’
Piramide
Door de toenemende complexiteit kunnen steeds minder spelers meekomen, aldus Hunsader. ‘De kosten om bij te blijven zijn geëxplodeerd. De juiste informatie krijgen is onbetaalbaar geworden, zelfs voor academici. Wij bieden al tientallen jaren real-time data voor investeerders, maar de laatste vijf jaar zie ik dingen die ik nooit eerder heb gezien. Er is zo veel informatie, en door de groei van algoritmes die neporders plaatsen is die amper meer te onderscheiden van de ruis. Een kwart van de orders wordt sneller geannuleerd dan het elektrische signaal de beurs van New York uit kan komen.’
‘Handelen lijkt goedkoper geworden, maar wat je ziet is dat de kosten vooral zijn verplaatst,’ zegt Marije Meerman, regisseur van Tegenlicht. ‘Al die bedrijven moeten miljoenen uitgeven aan kennis, aan verbindingen, aan technologie. Dat moet uiteindelijk betaald worden. De high frequency trade voegt geen waarde toe aan de maatschappij, het is geld verdienen met geld. Er is een hele piramide van financiële diensten ontstaan die uiteindelijk betaald worden met wat wij verdienen in de reële economie.’
De maatschappij krijgt er onvoorspelbaarheid voor terug. ‘Je kunt niet voorzien waar de schade wordt aangericht. Het is zo complex dat je het amper nog kunt reguleren of veranderen. Dat is het gevaarlijke. Zelfs na een crash kun je het niet nog eens herhalen of in kaart brengen om te zien wat oorzaak is en wat gevolg. Het is wat natuurkundigen een complex systeem noemen. Oorzaak en gevolg zijn niet meer te scheiden, alles reageert op alles. Wat is dan nog de waarde van de beurskoersen, en van de economische inzichten die we daarop baseren? Dat wordt allemaal onderuitgehaald.’
Op dinsdag 5 november is er over ‘De Wall Street code’ een Tegenlicht meet-up in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Aanvang 20.00 uur, toegang gratis, reserveren via dezwijger.nl