Brandpunt Reporter
Nederland 2, 21.10-22.00 uur
‘Skybox 233’ is de titel van het 44ste en op een na laatste hoofdstuk van de boeiende biografie Badr – De harde werkelijkheid achter Badr Hari. Deze dikke, veel gestolen doorlezer van Jens Olde Kater geeft een goede inkijk in de ruige wereld van de vechtsport en voor een deel ook in de psyche van de talentvolle en omstreden Hari. Dat journalist Olde Kater, die eerder het leven van vechter Ernesto Hoos boekstaafde, zelf ook kickbokst is duidelijk te merken. Hij kent iedereen in het wereldje, spreekt hun taal en hij kan niet alleen wedstrijden ‘lezen,’ maar ze ook beschrijven. Daardoor voel je als lezer af en toe de pijn van Hari, maar nog veel vaker die van zijn tegenstanders. Want een spinning backkick komt hard aan, zeker als die direct gevolgd wordt door een vliegende kraanvogeltrap. De tegenstander slopen is de bedoeling, al sprak Hari zelf in Holland Sport tegenover Wilfried de Jong in 2011 liever van verbouwen. In datzelfde jaar formuleerde hij het in Profiel iets anders, maar niet minder huiveringwekkend. ‘Ik hoef niemand dood te slaan, maar de angst moet er wel goed inzitten.’ Dat sparringpartners regelmatig in België gezocht moesten worden, zoals Olde Kater beschrijft, verbaast dan ook niet echt. Nu is angst aanjagen, mits binnen de ring, een noodzakelijke instelling. Maar aangezien Hari werk en privé niet altijd even goed weet te scheiden is er inmiddels een lange reeks akkefieten die aan hem gelinkt wordt. De bekendste is de mishandeling van zakenman Koen Everink in de Amsterdam ArenA vorig jaar tijdens dancefeest Sensation White in skybox 233. De rechtszaak hierover dient op tien oktober aanstaande.
Brandpunt Reporter belooft vanavond nieuw licht te werpen op deze veelbesproken zaak, die door de biograaf als volgt werd omschreven: ‘Als hij (Everink – HH) de wc-deur wil openen, voelt hij weerstand. De volgende weerstand die hij voelt is wat harder en komt in de vorm van een indraaiende vuist van de professionele kickbokser op rechts. Gedurende achttien seconden… komen er klappen en trappen van alle kanten en maakt Everink zich zo klein mogelijk. ‘Niet doen, niet doen,’ schreeuwt hij. ‘Dit is niet nodig.’ Zijn belagers denken er kennelijk anders over. Pijn voelt hij dan al niet meer. Wel angst. (…) ‘Opkankeren, kankergek,’ wordt hem toegebeten terwijl hij als een lappenpop de gang op wordt gesmeten.’ Om koud van te worden.