De bedding: Le sacre du printemps
Zaterdag, Radio 4, 23.02-0.00 uur
29 mei 1913. Uit een Parijse ochtendkrant.
‘Le sacre du printemps zal vanavond gepresenteerd worden in Théâtre des Champs-Elysées. Het is de opzienbarendste creatie die ik ooit gezien heb door de bewonderenswaardige groep van Monsieur Sergei Diaghilev.’
Mei 1910. Stravinsky. ‘Toen ik in Petersburg met de laatste bladzijden van De vuurvogel bezig was, flitste mij op een dag – totaal onverwacht – het beeld van een heidense rituele plechtigheid door het hoofd; wijze ouderlingen zitten in een kring en kijken naar de dodendans van een jong meisje, dat zij offeren om de god van het voorjaar gunstig te stemmen.’
29 mei 1913. Parijs. Wereldpremière Le sacre du printemps, ‘scenes uit het heidense Rusland in twee delen’. Muziek: Igor Stravinsky. Dirigent: Pierre Monteux. Choreograaf: Vaslav Nijinski. Ballet: Ballets Russes. Algemene leiding: Sergei Diaghilev. Plaats van handeling: Théâtre des Champs-Elysées, nog geen maand open. Wie is Stravinsky? Volgens Claude Debussy, die vanavond ook in de zaal zit, is ‘Stravinsky een verwend kind dat soms in de neus van de muziek peutert. Hij is ook een jonge wilde die opzichtige dassen draagt, vrouwen de hand kust en daarbij op hun tenen gaat staan… Hij is fantastisch.’
Juli 1911. Stravinsky reist naar Talashkino, het buitenhuis van Prinses Maria Tenisheva, diep in Rusland. De prinses heeft een grote collectie Russische etnische kunst. Tijdens de reis mist Stravinsky de passagierstrein, hij koopt een machinist om en reist mee met het veetransport. ‘Daar was ik, alleen in het gezelschap van een stier die slechts vastzat met een touw. Ik verschool mij achter mijn koffer.’
29 mei 1913. Dirigent Pierre Monteux krijgt een groot applaus als hij de orkestbak betreedt. Daarna is het even stil, hij heft zijn hand en het extreem hoge, zacht jankende geluid van de fagot begint. Binnen een minuut de eerste reacties vanuit het publiek: imitaties van kattengejank, blaffende honden en iemand blaast hard op een fluitje.
Juli 1911. Tijdens zijn verblijf in Talashkino, schrijft Stravinsky met archeoloog, schilder en groot kenner van de oude Slavische geschiedenis Nikolaus Roerich het scenario voor een ballet, titel: De heilige lente. Stravinsky over Roerich: ‘Wie had mij anders kunnen helpen, wie anders kent het geheim van de sterke verbondenheid van onze voorvaderen met de aarde?’
29 mei 1913. Het gordijn gaat open en, volgens Stravinsky: ‘een groep x-benige met lange vlechten getooide Lolita’s begon op en neer te springen.’ Het ballet begint. het publiek fluit, joelt, sommigen verlaten de zaal. ‘Ik ben nog nooit zo boos geweest,’ schrijft Stravinsky, hij stap op, loopt weg, en gaat naast choreograaf Vaslav Nijinski in de coulissen staan.
26 september 1911. Stravinsky. ‘Ik ben begonnen te componeren in een staat van opwinding. De muziek is nieuw en fris.’
29 mei 1913. Pierre Monteux, de dirigent. '…ik heb niets van het ballet gezien, ik hield mijn blik op de partituur… ik wilde het orkest per se bijelkaar houden.’ Een bassist in het orkest, één van de weinige musici die vanuit de orkestbak in de zaal kan kijken, ziet dat ‘menige hoge zijden of zachte gleufhoed tot onthutsing van de drager hem door een tegenstander over de ogen en oren werd getrokken.’
21 november 1911. Stravinsky speelt enkele gedeelten uit de Sacre in het huis van Misia Sert, model, muze en mecenas. ‘Iedereen vond het geweldig,’ aldus Stravinsky. De componist en criticus Florent Schmitt die aanwezig is, schrijft in een Parijse krant over de Sacre: ‘Een werk dat meer betekenis heeft dan alle andere muziek die tegenwoordig waar ook ter wereld te beluisteren valt, omdat er vrijheid, vernieuwing, rijkdom en leven in weerklinkt.’