Andere tijden
Zondag, nederland 2, 21.20-22.00 uur
De meeste races zijn in Wolvega tegenwoordig. Groningen en Alkmaar doen er ook toe. En dan is er nog die ene roemruchte baan nabij Wassenaar waar altijd de grote wedstrijden werden gehouden: Duindigt.
De jaren zeventig waren de hoogtijdagen. Studio sport, bord op schoot, en na het voetbal was daar Hans Eijsvogel om op opgewonden toon verslag te doen vanaf de renbaan die begin twintigste eeuw als een speeltje voor de adel was aangelegd. Bij een grote race als de jaarlijkse Derby der Lage Landen stroomden vele duizenden toe om de beroemde paarden aan het werk te zien: Henri en Jojo Buitenzorg, Kees Verkerk en natuurlijk Speedy – de ‘koningin der dravers’ – Volita, over wie zelfs een liedje op single werd uitgebracht: ‘Oh Speedy, ik hou van jou, voor jou riskeer ik ruzie met mijn vrouw, Run run, run run, Speedy Volita.’
Het is de eerste zomerse dag van het jaar. De leden van de vereniging ‘Vrienden van Den Haag’ hebben zich bij de ingang van Duindigt verzameld voor hun excursie (‘duur rondleiding: één uur, kosten inclusief koffie bedragen acht euro per persoon, graag gepast te voldoen bij aanvang’). Een grote Mercedes komt aangereden en parkeert pal voor de ingang. Een man op klompen stapt uit en o-beent richting de baan. Een van de keurige dames van de vereniging lacht een beetje achter haar hand: ‘Aparte mensen heb je hier, hè.’
Als de rondleiding al is begonnen, sluit een stelletje aan. Overduidelijk geen Vrienden van Den Haag. Begin veertig zal hij zijn, helemaal in het zwart, stoppels, een zonnebril waarachter onzichtbare ogen. ‘Bukowsky,’ zegt de jonge vrouw. Ze wijst naar haar vriend: ‘Hij is een fan, Bukowsky schreef altijd over de races, dus ik dacht, ik verras mijn vriend met een dagje Duindigt.’ De vriend zegt niets, kijkt ongemakkelijk: een ‘dagje Duindigt’, een rondleiding met de ‘Vrienden van Den Haag’ – Bukowsky lijkt plotseling eindeloos ver weg.