Ik heb lang geleden een belangrijke brief op straat gegooid. Ik deed dat, omdat een bekende zei dat ik wantrouwend was, op het gestoorde af. Vandaar zijn medicijn. En ja, de brief kwam gewoon aan. Mijn wantrouwen bleef overigens. Oscar Wilde was ook al geen zonnetje in huis, als je het mij vraagt. Wat hem niet belette brieven, keurig voorzien van postzegels, uit het raam te gooien, wetend dat er altijd een voorbijganger was die de brief zou posten. Ik lees het in een boek van Simon Garfield over brieven. Hij is somber over de brief. Ik niet. Dit stukje verstuur ik als brief, in een e-mail, gericht aan maar één persoon: u.
Ik heb lang geleden een belangrijke brief op straat gegooid. Ik deed dat, omdat een bekende zei dat ik wantrouwend was, op het gestoorde af. Vandaar zijn medicijn. En ja, de brief kwam gewoon aan. Mijn wantrouwen bleef overigens.