Eens in de zoveel tijd sterft er in mijn stad een man – of vrouw – in alle eenzaamheid. Eens in de zoveel tijd krijg ik dan het verzoek om een gedicht voor hem of haar te schrijven, zodat het niet stil zal zijn tijdens de zogenaamde Eenzame Uitvaart. Onlangs betrof het een Duitser die voor de trein was gesprongen. Net toen ik wilde melden dat de NS dit ‘een aanrijding met een persoon’ noemt, hoorde ik iemand huilen. Was er dan toch een bekende, een vriend? Gek genoeg dacht ik ook aan een verhaal van Cortázar over een Parijse huishoudster die wordt ingehuurd om te huilen. Een pleureuse. Later hoorde ik dat het de koffiejuffrouw was.
Eens in de zoveel tijd sterft er in mijn stad een man – of vrouw – in alle eenzaamheid. Eens in de zoveel tijd krijg ik dan het verzoek om een gedicht voor hem of haar te schrijven, zodat het niet stil zal zijn tijdens de zogenaamde Eenzame Uitvaart.