De Albert Heijn in de Haarlemmerstraat in Amsterdam – mijn Albert Heijn – was een oude winkel. Alsof hij voor het laatst was verbouwd toen mensen hun boodschappenlijstje nog in de muur van hun grot krasten. De winkel was onhandig ingedeeld. Ze hadden alles gewoon maar ergens neergepleurd. De sigarettencounter stond bijvoorbeeld naast de ingang, waardoor je altijd dwars door de rij van de sigarettencounter heen moest lopen om in de winkel te komen. Dat was niet alleen vervelend voor de mensen die door de rij heen moesten lopen, maar ook voor de mensen die in de sigarettencounter-rij stonden. Er ontstonden vaak vechtpartijen, mensen vinden dat natuurlijk van beide kanten niet leuk.
Ook kon je als je eenmaal door zo’n klapdeurtje (lekker tegen je blaas) de winkel was binnengegaan niet meer terug als je ineens tóch een winkelmandje wilde hebben. Het was ook erg vervelend dat als je een vitrine in stond te staren tijdens een cruciaal keuzemoment er altijd minstens zes andere paren ogen uit dezelfde vitrine aan het kiezen waren. Er ontstaat dan zo’n choreografie van mensen die dingen pakken maar heel overdreven duidelijk maken elkaar niet in de weg te willen lopen. Die winkel was zo krap en druk dat in de buurt het verhaal de ronde doet dat er vrouwen per ongeluk zwanger de winkel uit zijn gelopen. Kortom; boodschappen doen was niet langer iets om naar uit te kijken.
Na een verbouwing van twee volle weken, waarin onze Albert Heijn voor de toekomst werd klaargestoomd, hebben we er een prachtige supermarkt voor in de plaats gekregen. De winkel heeft dezelfde oppervlakte maar op de een of andere manier heeft men de ruimte beter kunnen benutten. Alles is ruim opgezet, de verlichting is fijn en ook de kassasituatie is helemaal op de schop gegaan. Daardoor kan nu veel efficiënter boodschappen worden gedaan. En de sigarettencounter, die staat nu helemaal aan de andere kant.